„Eén centrum voor ziekte van Lyme”
DEN HAAG. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat minister Schippers (VWS) werk gaat maken van de komst van een landelijk expertisecentrum voor de ziekte van Lyme.
De oprichting van een dergelijk centrum, al jarenlang de diepgekoesterde wens van de vereniging van patiënten met de ziekte van Lyme, is daarmee weer een stap dichterbij.
Dat bleek donderdagochtend in de Tweede Kamer, waar de vaste woordvoerders van VWS zich bogen over een burgerinitiatief voor een betere aanpak van de ziekte van Lyme dat de patiëntenvereniging in 2010 aanhangig maakte.
Het centrum moet de bestaande expertise over het bestrijden van de ziekte, die het gevolg is van een besmette tekenbeet, bundelen en daarnaast zorgen voor meer eenduidigheid in de behandeling.
Het huidige gebrek aan eenduidigheid wreekt zich vooral bij patiënten die na een tekenbeet blijven kampen met langdurige klachten, zonder dat de bestaande bloedtesten een besmetting kunnen aantonen. Sommige artsen stemmen in met een langdurige antibioticabehandeling, andere niet.
Volgens Schippers is het ontwikkelen van een expertisecentrum een zaak van de medische beroepsgroepen, maar de Kamer verlangt dus meer regie. De reactie van Schippers op de wens van de Kamer was bij het ter perse gaan van deze krant nog niet bekend.
Jaarlijks worden 1,5 miljoen mensen gebeten door een teek en 22 procent (330.000 mensen) wordt besmet met de borreliabacterie. Daarvan krijgt 5,1 procent (76.500 mensen) de ziekte van Lyme, die bij een deel van de patiënten echter onopgemerkt blijft.