Asscher verwacht dat de uitkomsten ervan voor de zomer beschikbaar zijn, zei hij woensdag in een debat met de Tweede Kamer over de Gülenbeweging in Nederland. De Kamer maakt zich zorgen over de invloed van de conservatieve organisatie op Turken en over berichten dat er sprake zou zijn van indoctrinatie en mogelijk lijfstraffen.

Aanleiding voor het debat was een uitzending begin dit jaar van EenVandaag, dat meldde dat er minimaal 100 studiehuizen zijn waar Turkse kinderen niet alleen huiswerkbegeleiding krijgen, maar ook het gedachtegoed van Gülen moeten bestuderen. Asscher kan dat aantal niet bevestigen. Volgens hem is er geen aanleiding voor een onderzoek naar die studiehuizen of om maatregelen te nemen. Alleen als er concrete aanwijzingen zijn dat er iets mis is, kan de overheid ingrijpen. Het is dan wel nodig dat daarvan aangifte wordt gedaan, aldus Asscher.

Hij vindt met de Kamer dat de Gülenbeweging transparanter moet zijn over haar activiteiten en de interne organisatie. Die openheid zou volgens de minister veel vragen en argwaan over de beweegredenen van de beweging kunnen wegnemen. Er bestaat nu een „dubbel beeld” van de organisatie, wat een ongemakkelijk gevoel geeft, zei hij.

De overheid brengt de activiteiten van de Gülenbeweging en de drie andere Turkse organisaties in kaart en ook welke instellingen hieraan zijn gelieerd. De PVV en de SP vinden dat instellingen die aan de Gülenbeweging zijn verbonden, geen subsidie meer mogen krijgen.

De beweging van de invloedrijke geestelijke Fethullah Gülen is in Turkije in een machtsstrijd verwikkeld met het kamp van de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan en zijn AK-partij. De twee leiders waren politieke bondgenoten, maar raakten in onmin.

Een geruchtmakend corruptieschandaal dat het kamp-Erdogan heeft getroffen komt volgens de premier uit de koker van de Gülenbeweging, die veel aanhangers op hoge posities heeft bij de Turkse justitie.