Het hof vindt dat de regeling tekortschiet voor klanten met een koopsompolis en voor klanten aan wie méér krediet is verstrekt dan volgens de destijds geldende normen mocht. Bij dat oordeel weegt voor het hof zwaar dat uit rapporten is gebleken dat DSB het belang van de klant stelselmatig ondergeschikt heeft gemaakt aan zijn eigen commerciële belangen.

Het hof vindt het ook niet eerlijk dat klanten die niet vóór 1 september hebben geklaagd, een lagere compensatie krijgen dan klanten die dat wel deden. Het is volgens de rechters belangrijk dat zo veel mogelijk DSB-klanten de aangeboden vergoeding aanvaardbaar vinden, ook al wordt niet de volledige schade vergoed.

Het verzoek om de compensatieregeling algemeen verbindend te verklaren, is gedaan door de curatoren van DSB, een aantal belangenorganisaties en verzekeraars. De curatoren willen een collectieve schaderegeling om het faillissement van DSB verder te kunnen afwikkelen. Zonder een verbindende regeling kan de afhandeling langer duren en kunnen de claims verder oplopen.

De curatoren zeggen in een reactie dat „bepaalde onderdelen in de beschikking tegenvallen”. Zij gaan zich samen met de belangenorganisaties en verzekeraars beraden op de gevolgen van de tussenuitspraak.

Het hof geeft de verzoekers tot 8 juli de tijd om nadere uitleg te geven en de compensatieregeling aan te passen. De einduitspraak komt naar verwachting niet eerder dan eind 2014.

Inmiddels zijn zo’n 40.000 klanten die een woekerpolis of ander product bij DSB hadden, akkoord gegaan met de compensatieregeling. In totaal is 180 miljoen euro aan compensatie uitgekeerd en er zijn nog verschillende dossiers in behandeling. Klanten die geen gebruik willen maken van de regeling en verder willen procederen voor compensatie, dienen hiervoor een verklaring in te dienen.

De bank van oprichter Dirk Scheringa ging in oktober 2009 failliet.