Opinie

Conservatief staat voor vrijheid

Conservatisme staat voor de verdediging van het ”voorpolitieke”, stelt Jonathan van Tongeren.

Jonathan van Tongeren
7 May 2014 15:52Gewijzigd op 15 November 2020 10:33
beeld AFP
beeld AFP

Toen christelijke partijen nog een groot deel van de Tweede Kamer bezetten, was het simpel; de confessionelen waren rechts, en de rest, inclusief de liberalen, links. Het aantal christelijke Tweede Kamerleden is echter fors afgenomen en het CDA is niet confessioneel in de strikte zin van het woord – Ernst Hirsch Ballin heeft ons kortgeleden nog eens met de neus op dat feit gedrukt (RD 16-4).

De gangbare begrippen ter indeling van de politiek zijn nog altijd ”links” en ”rechts”, maar deze hebben –behalve wellicht in culturele vraagstukken– vooral een materialistische invulling en betekenen zo bezien niets anders dan ”socialistisch” en ”liberaal”. Het lijkt alsof met de antithese ook de immateriële, geestelijke waarden uit de politiek zijn verdwenen.

Christelijke politieke partijen voelen zich niet gemakkelijk bij een indeling op een dergelijke politieke as, waarop men afgemeten wordt naar de mate van overeenkomst met socialisten enerzijds en liberalen anderzijds. Tegelijk zijn de confessionelen te klein om zelf een pool van de as te constitueren.

Behoudzucht

Een vergelijkbaar ongemak zien we bij wie zich conservatief noemen. Seculiere conservatieven worden evenals de christelijke politiek gekenmerkt door een sterkere betrekking op immateriële waarden (waarmee overigens niet gezegd is dat brood-en-boterkwesties geen enkele rol zouden spelen).

Dit roept de vraag op in hoeverre christelijke politiek conservatief genoemd kan worden. Daar is in verband met het kernprogramma van de SGP-jongeren al het nodige over gezegd. Het gaat mij er echter niet om het conservatieve tegen het christelijke uit te spelen, maar om te zien wat we gemeen hebben.

In zoverre de term conservatief nog gebruikt wordt in de hedendaagse politiek, is het vooral als verwijt, om behoudzucht mee aan te duiden. De Socialistische Partij wordt dan bijvoorbeeld conservatief genoemd, omdat ze bepaalde sociale voorzieningen niet wil hervormen. Een dergelijk conservatisme richt zich kortom op behoud van de status-quo. Zowel christenen als seculiere conservatieven zien daarin echter veel dat onverkieslijk is, verre van ideaal.

Universeel

Om de vraag naar de verhouding van christelijke politiek en conservatisme te beantwoorden, moeten we ons afvragen wat het is dat de christelijke politiek wil bewaren. Welke zaken zijn ons zo na dat we ze niet prijs willen geven? We komen dan onvermijdelijk uit bij voorpolitieke grootheden zoals ”gezin” en ”kerk”. Het gaat om vrijheden die bepalend zijn voor wie we zijn, als gelovige en als mens. De vrijheid ook om onze kinderen dienovereenkomstig op te voeden, thuis en op school. Die vrijheden willen we bewaren. Dat conservatisme is universeel.

Ik spreek bewust van voorpolitieke vrijheden. Want het gaat, gechargeerd gezegd, niet maar om privileges die ons vergund worden en naar believen weer ingetrokken kunnen worden. Zo kijkt een toenemend aantal seculieren daar echter wel tegen aan. Dat is terug te voeren op het heersende rechts-positivisme. Veel van het relevante positieve recht, de codificering van voorpolitieke vrijheden zoals die van de godsdienst en het onderwijs, is tot stand gekomen in een tijd dat veel niet-confessionele politici nog christelijk waren of zich konden voorstellen wat het is om christen te zijn. Veel politici deelden ook nog de klassieke visie dat het recht niet gemaakt, maar ontdekt moet worden.

Die tijd ligt echter achter ons. We leven nu in een tijd waarin het voorpolitieke is gepolitiseerd. Alle denkbare groepen zijn geëmancipeerd. Maar de sociaalliberale geest woedt voort, er worden nieuwe categorieën bedacht en individuen worden uitgespeeld tegen de gemeenschappen en groepsverbanden waarvan ze deel uitmaken. De politiek komt steeds dichter op de huid, met de genderpolitiek als nieuwste loot. De tendens is dat individuele vrijheden zwaarder wegen dan die van groepen. Dat is de bijl aan de wortel van onze voorpolitieke vrijheden.

Matheid

De vraag is wat wij als christenen doen. Er lijkt onder Nederlandse christenen een soort matheid, gelatenheid, berusting te bestaan. Als we nu maar net genoeg meebewegen, een beetje inschikken, ons maar net genoeg aanpassen, dan laat men ons wel weer een poosje met rust, zo lijken we te denken. Dat geldt onze (politieke) verenigingen, dat geldt het onderwijs, dat geldt de vrijheid van godsdienst.

Het is nota bene het seculiere Frankrijk dat ons laat zien dat het ook anders kan. Franse christenen gaan, samen met gelijkgestemde niet-christenen, met honderdduizenden, of zelfs 1 miljoen, de straat op om op te komen voor het huwelijk en het natuurlijke ouderschap. Er blijken talloze Fransen te zijn die het christelijk geloof niet delen, maar wel geloven in een voorpolitieke grootheid zoals het gezin.

Zou het in Nederland veel anders zijn? Het laat zich denken dat velen wijselijk de mond houden of zeggen wat er verwacht wordt. Ook progressieven houden er voor zichzelf vaak klassiekere opvattingen op na. Die stillen in den lande zouden allicht best met ons willen optrekken om deze klassieke vrijheden te verdedigen. Niet omdat ze hun vrijheden per se in alle gevallen hetzelfde invullen als wij, wel omdat ze de waarde van die vrijheden inzien. Als het daar op aankomt, schaam ik mij niet conservatief te heten.

De auteur is lid van de ChristenUnie en redacteur van de website novini.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer