Commentaar: Nieuwe uitdagingen voor kabinet
Waar gaat het heen met dit kabinet? Naar de afgrond? Wat De Telegraaf betreft, kan het over enige tijd zomaar afgelopen zijn. ”PvdA sombert over coalitie”, kopte die krant zaterdag. Daarvan gaat de suggestie uit dat donkere wolken zich boven dit kabinet samenpakken.
De inhoud van het artikel heeft dezelfde klankkleur. Het verstandshuwelijk van VVD en PvdA „vertoont barstjes”, concludeert het dagblad op grond van notulen van een bijzondere vergadering van de PvdA- Senaatsfractie op 8 april. In die notulen, die in handen zijn van De Telegraaf, stellen de sociaaldemocratische senatoren vast dat we momenteel te maken hebben met „een coalitie die de kiezers nooit gewild hebben.” Ook constateren zij dat, nu de bezuinigingsplannen van het kabinet voor een groot deel gerealiseerd zijn, het regeerakkoord de komende jaren „steeds minder relevant” wordt. Dat zal partijleider Samsom de vrijheid geven zich „op enkele heldere thema’s te profileren.”
En hoewel het er niet met zoveel woorden staat, beseft elke lezer: partijen die zich gaan profileren, zoeken ruzie. En ruzie leidt, voor je het weet, tot de ondergang van een kabinet.
Toch is het allerminst zeker of onheilsprofetieën over de huidige coalitie enige grond hebben. Wat vaststaat, is dat de coalitie van VVD en PvdA binnenkort inderdaad het grootste deel van haar bezuinigingsoperatie voltooid heeft. Dat zal intern ongetwijfeld tot een moment van herbezinning leiden. Hoe nu verder? Hoe de tijd tot 2017, het jaar waarin er opnieuw reguliere verkiezingen voor de Tweede Kamer staan gepland, zinvol door te brengen?
Maar het antwoord op die vraag staat bij lange na niet vast. De geschiedenis laat zien dat partijen soms de handdoek in de ring gooien en gaan zoeken naar een aanleiding voor een breuk. Maar het kan ook heel anders lopen, vooral wanneer de coalitie er in de peilingen beroerd voorstaat.
Het is in dat geval zaak om voor de resterende regeerperiode –en die duurt dit keer nog best lang– een nieuwe uitdaging te vinden. Juist dat zien we op dit moment gebeuren. Zowel PvdA als VVD deed de afgelopen tijd voorstellen voor een grondige herziening van het belastingstelsel. Toegegeven, wát de twee partijen willen, wijkt onderling sterk af. Maar in de politiek kunnen bijna alle verschillen, als er een wil tot handelen is, overbrugd worden. Als het kabinet dan bovendien serieus werk maakt van het begeleiden, monitoren en bijsturen van alle hervormingen en decentralisaties die het zelf in gang heeft gezet, heeft het de komende drie jaar nog voldoende werk omhanden.
Waar gaat het heen met dit kabinet? Niet per se naar de afgrond. Voorlopig eerst maar eens naar de Europese verkiezingen van 22 mei. En vervolgens naar de Statenverkiezingen van 2015. En daarna kan het nog alle kanten op. Eén ervan is dat VVD en PvdA, uit eigen belang én uit verantwoordelijkheidsgevoel voor een stabiele landsregering, besluiten elkaar vast te houden en, na het kiezen van één of meer nieuwe beleidsprojecten, door te regeren. Dat zou niet alleen een reële, maar ook een te respecteren keuze zijn.