OM niet ontvankelijk in koelhuiszaak
Het Arnhems gerechtshof heeft het openbaar ministerie donderdag in de zaak tegen vijf koelhuizen in de Noordoostpolder niet-ontvankelijk verklaard. De firma’s sloegen ten tijde van de mkz-crisis op verzoek van het ministerie van Landbouw koeienvlees op, hoewel ze hier geen vergunning voor hadden.
Omdat de koelhuizen handelden onder druk van de overheid, vond het hof niet dat de vijf eigenaren hiervoor verantwoordelijk konden worden gehouden.
De economische politierechter in Zwolle ontsloeg de vijf eigenaren uit Rutten, Tollebeek, Emmeloord, Lemmer en Espel in december vorig jaar ook al van alle rechtsvervolging. De rechter concludeerde dat hun niets te verwijten viel, omdat er sprake was van een overmachtsituatie. Het openbaar ministerie ging in hoger beroep, omdat het vond dat de koelhuizen het verzoek hadden moeten weigeren. Twee weken geleden werden daarom opnieuw boetes tussen de 12.000 en 64.000 euro geëist.
Net als de vijf eigenaren zag ook burgemeester W. van Rappard van de gemeente Noordoostpolder, die twee weken geleden als getuige optrad, op dat moment geen mogelijkheid om onder het verzoek uit te komen. Zeker omdat hem door de toenmalige hoofdofficier werd gevraagd om de opslag tijdelijk te gedogen.
Het Friese vernietigingsbedrijf Rendac kon de aanlevering van de kadavers in verband met de mkz-crisis niet aan. Uitwijken naar de koelhuizen leek het enige alternatief. In totaal sloegen de vijf koelhuizen maanden achtereen circa 27.000 ton vlees op.
