Economie

Goede raad is soms niet duur

Nu de crisis voor veel bedrijven langer duurt dan hun orderboek verdragen kan, is een beetje hulp vaak meer dan welkom. Van andere ondernemers bijvoorbeeld. Door middel van advies óf een financieel steuntje in de rug. „Het zit ’m vaak in kleine dingen.”

Marcel ten Broeke

22 April 2014 06:45Gewijzigd op 15 November 2020 10:12
Corne van Aalst (R) en Peter Koevoet van VAKO in Koudekerk ad Rijn. beeld Anton Dommerholt
Corne van Aalst (R) en Peter Koevoet van VAKO in Koudekerk ad Rijn. beeld Anton Dommerholt

In het dagelijks leven staat Ad Dorst aan het roer van Maas & Hagoort Lampen, een bedrijf dat met professionele verlichtingsconcepten al enkele jaren tot de snelste groeiers in Nederland behoort. Wat hij echter ook al jaren doet, is het regelmatig te hulp schieten van ondernemers die het wat minder goed vergaat en dikwijls ook in financiële nood verkeren. Dorst geeft hun advies of investeert soms –zoals hij dat zelf noemt– „een stukje risicodragend kapitaal om het eigen vermogen weer wat op te krikken.”

Zeker de laatste tijd zijn er veel ondernemers bij wie het water tot aan de lippen staat. De bank kan in die situatie veelal niets doen, weet Dorst, die behalve ondernemer ook Statenlid is namens de SGP in Zeeland. „Soms verstrekt een bank aanvullend kapitaal, maar nooit zonder meer. Bij een ondernemer die in financiële problemen verkeert, is de oorzaak ook negen van de tien keer niet financieel is van aard, maar zit er fundamenteel iets fout.”

Inmiddels weet Dorst dat er in die situatie met beperkte middelen vaak al heel wat voor elkaar te boksen is. „Het zit ’m vaak in kleine dingen. Zo is een ondernemer die in de problemen zit er vaak al bij gebaat wanneer er iemand naast hem komt staan en helpt om de boel eens rationeel te benaderen. Ze zien één grote berg aan problemen op zich afkomen en weten niet meer waar te beginnen. Dan helpt het om er eens vanuit een andere hoek tegenaan te kijken, de boel af te pellen, de problemen één voor één tegen het licht te houden, en niet onbelangrijk: ook besluiten te nemen.”

Zo raakte Dorst vorig jaar in gesprek met de eigenaar van een schildersbedrijf dat veertig man personeel in dienst had, maar beroerd draaide. „Toen ik dat hoorde, heb ik meteen vanuit de auto mijn secretaresse gebeld om uit te zoeken wat de gemiddelde leeftijd in die branche is. Mijn voorgevoel, dat je vroeger veel vaker jonge jongens op de ladder zag, bleek juist: de gemiddelde leeftijd is onder schilders al jaren aan het stijgen.”

Omdat iemand van 45 nu eenmaal duurder is dan iemand van 25, adviseerde Dorst het bedrijf de gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand wat te drukken en tevens wat vaker een oudere schilder samen op pad te sturen met een leerling, in plaats van twee dure krachten op een klus te zetten. Dorst: „De gemiddelde loonsom daalt daardoor fors. Vaak zie je bij ondernemers echter dat het enorme vakmensen zijn, maar dat ze tegelijk soms óók bedrijfsblind zijn. En de accountant, die ze soms al twintig jaar hebben, stelt blijkbaar ook nooit de goede vragen. Het is dan geweldig om met die ondernemers in gesprek te gaan en soms al binnen een paar weken hun mentaliteit te zien veranderen.”

Sprookjesverhalen

Behalve advies geeft Dorst soms ook een financieel ruggensteuntje aan noodlijdende bedrijven. Zoals onlangs bij een onderneming die al onder bijzonder toezicht van de bank stond. „Die ondernemer had een lening van 2 miljoen euro, waarop de bank 2 procent extra rente eiste wegens het toegenomen risico. Ik ben toen in dat bedrijf gestapt met een lening van 200.000 euro tegen 5 procent rente. Maar wel onder de voorwaarde dat die risico-opslag werd teruggedraaid. Die ondernemer kon dus én mij betalen en hield er ook nog eens 30.000 euro aan over.” Want ook dat hoort volgens Dorst bij ondernemen. „Dat jij als bedrijf af en toe ook anderen eens een beetje pijn doet, zoals banken en leveranciers, in plaats van zij vooral jou.”

Dat Dorst zijn kennis, ervaring en soms ook zijn geld inzet om andere ondernemers te helpen, komt mede doordat hij zelf als geen ander de waarde hiervan kent. „Toen ik in de jaren 90 voor mezelf begon, deed ik dingen waarvan ik achteraf vind dat ik ze anders had moeten doen.” En hoewel hij meent dat bij het ondernemerschap in zekere zin ook een stukje pijn lijden hoort –„Ik geloof niet in sprookjesverhalen over ondernemers die nooit tegenslag hebben gekend”– had hij in die tijd veel profijt van de nuttige tips die een ervaren oud-ondernemer hem in die moeilijke fase gaf.

In het geval van Dorst kwamen die tips van een voormalig financieel bestuurder van Vendex die als adviseur verbonden was aan Kleinnood, een stichting die als doel had om, belangeloos en zonder winstoogmerk, worstelende mkb-ondernemers op weg te helpen. Anno 2014 is de naam van die stichting weliswaar veranderd in Ondernemersklankbord, maar staat de doelstelling van destijds nog immer overeind. Verspreid over het hele land helpen inmiddels zo’n 300 adviseurs ieder jaar vele ondernemers met hun vraagstukken.

Old boys

Een van hen is Carel Paardekooper (66), die na een jarenlange carrière bij Maxeda (het concern achter V&D en de Bijenkorf) nog bijna dagelijks in touw is om, in de regio Alphen aan den Rijn, andere ondernemers vooruit te helpen. „Het is natuurlijk een mooie manier om je maatschappelijke betrokkenheid te tonen”, zegt hij. „Maar ik heb ook gewoon graag wat om handen. Dit is heel afwisselend. De ene dag sta je in een viswinkel, de dag erna in een staalbedrijf.”

De adviezen die de adviseurs van het Ondernemersklankbord geven zijn, hoewel bijna kosteloos (de minimum donatie voor een halfjaar onbeperkt advies bedraagt 100 euro), niet vrijblijvend. „We verwachten wel van ondernemers dat ze er helemaal voor gaan”, zegt Paardekooper, die voor Maxeda onder meer leidinggaf aan de doe-het-zelfketens Formido en Praxis.

De adviseurs van het klankbord –oud-ondernemers, maar ook gepensioneerde accountants, juristen en managers– vormen samen letterlijk een old boys network, maar dan in de positieve zin van het woord. „Het zijn vogels van allerlei pluimage die allemaal hun kennis, ervaring en netwerk ten dienste stellen aan mkb-bedrijven.” En daarvoor ontvangen ze geen cent, zegt Paardekooper: „We krijgen alleen een reiskostenvergoeding, maar de printerinkt is bijvoorbeeld al voor eigen rekening. Je moet er dus echt vooral lol in hebben.”

De bedrijven die aankloppen bij het Ondernemersklankbord (dat gesponsord wordt door enkele bedrijven en subsidie krijgt van het Rijk), zijn veelal op de stichting gewezen via de bank of de Kamer van Koophandel. De adviesaanvragen variëren van starters (zoals Dorst destijds) tot ondernemers die hun bedrijfsvoering willen verbeteren.

De afgelopen jaren nam echter vooral het aantal hulpvragen toe van ondernemers die in financiële problemen verkeren. Volgens Paardekoper is ”faillissementspreventie” inmiddels zelfs goed voor de helft van de circa 3000 adviesaanvragen die het Ondernemersklankbord jaarlijks krijgt. Een groot deel van die ondernemers (circa twee derde) kan het bedrijf na de tips van de adviseurs (die nooit financieel deelnemen in de geadviseerde bedrijven) tóch voortzetten. Paardekoper: „We helpen zo dus mee om grotere economische schade te voorkomen. Juist het mkb is in Nederland een belangrijke banenmachine.”

Boot

Dat een faillissement soms toch niet valt te voorkomen, beseft ook Dorst als geen ander. Al zag hij tot nu toe zijn geïnvesteerde geld altijd nog terug. Eén keer was dat wel kantje boord. „Ik zou gaan overleggen met een ondernemer en de bank over een financiële injectie van mijn kant. Er zat spoed achter en in mijn agenda was er alleen nog de mogelijkheid van vrijdagmiddag tussen drie en vijf. De bankier kon gelukkig ook, maar tot mijn verbazing de ondernemer niet: die middag werd zijn boot uit het water gehaald! Volgens mij ben ik toen voor iets ergs bewaard gebleven. Bijna had ik er voor 3 ton ingezeten. Terwijl het met een ondernemer met zó’n houding natuurlijk nooit iets was geworden.”

Ook is Dorst al een paar jaar betrokken bij een ondernemer die in een moeilijke markt zit en zijn bedrijfsvoering maar niet op orde krijgt. „Het bedrijf bestaat gelukkig nog, maar ik had mijn geld eigenlijk al wel terug moeten hebben.” Doorgaans probeert hij dat zo snel mogelijk te regelen. Enerzijds om zo weer een ander te kunnen helpen, maar óók omdat dat nu eenmaal het beste werkt. „Het slechtste voor een ondernemer is wanneer je hem te veel comfort geeft.”


„We waren het contact met de handel kwijtgeraakt”

Met steeds minder mensen steeds harder trappen, om daarna te constateren dat je te weinig vooruit bent gekomen. Aan die neerwaartse spiraal maakte transportsystemenfabrikant VAKO met hulp van het Ondernemersklankbord een einde.

Het begon veelbelovend in 2005, toen Corné van Aalst samen met zijn compagnon Peter Koevoet in een loods in Voorschoten met VAKO Transport Systems was gestart. Al snel bleek het pand te klein om de groeiende orderstroom aan te kunnen. „Het ging bliksemsnel. Misschien te snel”, zegt Van Aalst aan de eettafel in het veel grotere pand in Koudekerk aan den Rijn dat het duo daarom in 2006 betrok.

Ze wilden aanvankelijk iets unieks neerzetten, door eigen, innovatieve producten te ontwikkelen voor de transportbranche. Toch was het in het begin voornamelijk constructiewerk voor derden dat de klok sloeg. Van Aalst: „Grijparmen voor op kranen, bommenzoekers voor Fugro; we pakten alles aan. Er moest natuurlijk ook gewoon brood op de plank komen.”

Een jaarlijkse omzetverdubbeling deed VAKO al snel uitgroeien tot een bedrijf met acht man personeel. En hoewel in 2008 de start van de crisis wel degelijk werd opgemerkt, leek er voor het bedrijf geen vuiltje aan de lucht. Maar het orderboek liep langzaam leeg en nieuw werk stroomde er nauwelijks binnen. Eind 2009 drong de betekenis daarvan keihard door tot Van Aalst en zijn compagnon.

VAKO ging door een diep dal, waarbij de helft van het personeel moest worden ontslagen. Van Aalst: „Ik lag ’s nachts wakker van al die ellende. Het is echt fout gegaan. Achteraf schaam ik me daar nog weleens voor.”

Dat de twee eigenaren letterlijk alles wat ze bezaten in het bedrijf pompten, betekende de redding voor hun bedrijf. Desondanks bleef het kwakkelen. „We werkten echt bikkelhard, maar achteraf concludeerden we steeds dat het werk dat we hadden verzet, toch te weinig was geweest.”

Wel was het bedrijf langzaam maar zeker de visie gaan uitwerken die er van meet af aan geweest was: het ontwikkelen van eigen producten. Naast afdeksystemen voor open transportwagens (in de branche bekend als VAKO-kleppen), kwam er een kiepsysteem voor zeecontainers, aangevuld met een importeurschap van een Canadees bandlossysteem, dat voorgoed een einde maakt aan ‘omkieperende’ kiepwagens.

De échte weg omhoog vonden de VAKO-eigenaren nadat adviseur Carel Paardekooper van het Ondernemersklankbord hun begin 2013 adviseerde om de onderneming te transformeren van een productiebedrijf naar een handelshuis. Van Aalst: „Tot die tijd produceerden we bijna alles in eigen huis, wat ingewikkeld was en vooral tijdrovend.” Tegenwoordig worden er in het VAKO-pand alleen nog nieuwe producten ontwikkeld, reparaties uitgevoerd en bestellingen voorbereid. De productie vindt in Duitsland plaats, waar binnen een paar uur tijd uit een immense fabriek komt rollen wat in Koudekerk achter de computer uitgedacht wordt.

Dat geeft Van Aalst de ruimte om zich meer dan voorheen bezig te houden met het binnenhengelen van extra omzet in plaats van met de productie. „We waren gaandeweg het contact met de handel kwijtgeraakt. Nu het geld niet meer naar ons toekwam, moesten we het gaan halen. Maar dat zagen we niet, doordat we veel te druk waren met het realiseren van de productie die we nog hadden. ”

Inmiddels staan er weer zes man op de loonlijst en gaat het met bestellingen uit binnen- en buitenland crescendo. Van Aalst: „Achteraf gezien hadden we een adviseur als Carel al jaren eerder nodig gehad, hoewel het niet altijd leuk is wanneer iemand je zegt dat je niet goed bezig bent. Carel hielp ons eigenlijk met het laatste stukje dat we nog misten. Maar dat was wel een heel belangrijk stukje.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer