Commentaar: Paasfeest verplicht christenen hoop te hebben
Binnen de protestantse traditie is pas weer de laatste decennia aandacht gekomen voor het bijzondere karakter van de zevende lijdensweek. Tientallen jaren had alleen de laatste vrijdag van die week een bijzondere plaats. Op Goede Vrijdag, gisteren, wordt de kruisdood van de Heere Jezus herdacht. Maar de andere dagen waren zeker voor de volgelingen van Calvijn heel lang net als alle andere dagen van het jaar.
Zonder nu direct mee te gaan in de trend om allerlei liturgische gebruiken opnieuw in te voeren, is het toch wel zinvol om de laatste zeven dagen voor Pasen, de Stille Week genoemd, meer aandacht te geven aan de overdenking van het lijden en sterven van Jezus Christus. Daarvoor moet tijd worden vrijgemaakt. Het zou aanbeveling verdienen dat hiervoor ook meer aandacht zou zijn bij de planning van allerlei activiteiten. Wie van vergadering naar zanguitvoering naar manifestatie rent, zal weinig gelegenheid hebben om in stilte het bijzondere van de lijdensgang van de Heiland te overdenken.
Vandaag is het Stille Zaterdag. Dat is de dag om stil te staan bij het feit dat de Heere Jezus verbleef in het graf. Als vanaf de vroege middeleeuwen was het gebruik dat dan de kerkklokken zwegen. In de samenleving van toen, die nog niet beheerst werd door het moderne geraas van machines enzovoort, betekende dat inderdaad volstrekte stilte. Stilte, die een gevoel van verlatenheid opriep.
Die verlatenheid hebben de volgelingen van de Heere Jezus, zoals Zijn discipelen en een groep vrouwen, ook gekend. Hun Meester was er niet meer. Hij lag opgesloten in een graf. De toestand leek hopeloos.
Die hopeloosheid kan christenen van de 21e eeuw ook bevangen. Wie op de omstandigheden in de wereld en in de kerk ziet, weer zich soms geen raad. De verdeeldheid onder christenen neemt toe, de kerken lopen leeg, de antichristelijke machten maken zich op. De internationale situatie is spannend. Wie tien jaar geleden dacht dat Europa voorgoed gevrijwaard zou zijn van conflicten, heeft inmiddels weer het grommen van de Russische beer gehoord. Wie de achterliggende jaren moed putte uit de Arabische lente, weet inmiddels dat die geen zomer bracht. De economische omstandigheden zijn nog steeds verre van rooskleurig. Alle reden tot klagen en somberen.
Stille Zaterdag is echter niet alleen een dag van stilte en verlatenheid. Er gloort naarmate de dag voortschrijdt ook verwachting. In de oude kerk kwam men in de avond van die dag bijeen om samen verwachtingsvol uit te zien naar het ochtendgloren van de volgende morgen. Na de stilte van de lange dag zou dan bij het eerste morgenlicht het vreugdegeroep losbarsten: De Heere is waarlijk opgestaan.
Het is vandaag de dag bij veel christenen bijna traditie om te klagen over de donkerheid van de tijden. En die zijn donker. Maar duisternis mag niet synoniem worden met uitzichtloosheid. Dat leert Pasen. Er is hoop. Op Pasen gloort de morgenstond van de eeuwige heerlijkheid. Wie met de Heere Jezus in een nieuw leven is opgestaan, verlangt intens naar morgen.