Europees Parlement hecht goedkeuring aan voltooiing bankenunie
STRAATSBURG. Het Europees Parlement (EP) heeft dinsdag in Straatsburg ingestemd met de plannen voor de voltooiing van de bankenunie. De veranderingen op dit terrein mogen we beschouwen als de meest ingrijpende hervorming onder invloed van de schuldencrisis in de eurozone.
Een bankenunie, wat merk ik daar als burger van?
In directe zin helemaal niets. Ik blijf gewoon klant bij mijn eigen bank en in de manier waarop ik zaken regel met dat financiële bedrijf wijzigt ook niets.
Wat houdt die beoogde constructie dan precies in?
Het toezicht op de grote banken in het gebied met de gemeenschappelijke munt wordt met ingang van begin november uitgeoefend door de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt. De nationale autoriteiten, bij ons De Nederlandsche Bank (DNB), dragen op dat terrein hun taken en bevoegdheden over. Dit punt lag al langer vast.
Het EP heeft nu ook goedkeuring gehecht aan het vervolgtraject. Vorige maand kwam daarover een compromis tot stand met de ministers van Financiën van de lidstaten. Het gaat om bepalingen over hoe te handelen als in de toekomst een bank in moeilijkheden verkeert, het zogenoemde resolutiemechanisme. Beslissingen over oplappen of een faillissement vallen straks in Brussel. Dit betekent dat de landen met de oprichting van de bankenunie een belangrijke stap zetten op weg naar eenwording, naar één Europa, in de betrokken sector. Nederland en de partners in de eurozone zijn in de nieuwe structuur geen baas meer over de eigen banken.
Waarom is hiertoe besloten?
Problemen bij een bank van enige omvang hebben grensoverschrijdende gevolgen. Ze kunnen het hele internationale financiële systeem aan het wankelen brengen. Dat alleen al pleit voor een aanpak op bovennationaal niveau.
Maar er is meer. Banken en overheden hielden elkaar in de achterliggende jaren als het ware in een wurggreep. Banken dreigden om te vallen, overheden sprongen soms met enorme bedragen bij, maar zagen daardoor hun eigen schulden oplopen en gleden op die manier zelf ook af richting de gevarenzone. Dat kon omgekeerd weer slecht uitpakken voor de banken, want die bezitten veel obligaties van die overheden. Die verstrengeling wordt nu doorbroken. De staat draait niet langer op voor het overeind houden van een financiële onderneming.
Geen belastinggeld dus meer naar de banken. Maar wie of wat betaalt dan voortaan de rekening van een eventuele reddingsoperatie?
In de eerste plaats de aandeelhouders en andere kapitaalverschaffers. Aan beleggen in banken zijn daardoor voor hen dus hogere risico’s verbonden. Vervolgens verschijnt in een noodsituatie een bijdrage uit een gemeenschappelijk, in Europees verband te vormen fonds in beeld. Dat moeten de banken zelf vullen. Zij storten daar de komende jaren geld in.
Blijf ik als spaarder buiten schot bij een faillissement of een ingrijpen om een crisis te overleven?
Op grond van het depositogarantiestelsel zijn alle tegoeden tot 100.000 per persoon veilig. Daar wordt niet aan getornd. Het is de bedoeling dat op een later tijdstip ook deze waarborg, die nu nog een nationale opzet kent, een Europees karakter krijgt.