Na een operatie in februari 2009 bleef bij de vrouw een wondgaasje in de buikholte achter. Een operatieassistent had R. er op gewezen dat een gaasje miste en dat dat mogelijk nog in het lichaam zat. Maar R. ondernam geen enkele actie, zei de officier van justitie voor de rechtbank in Assen. De patiënte heeft volgens haar „maandenlang kromgelopen van de pijn”.

De officier woog in de eis mee dat R., die met gebogen hoofd toeluisterde, veel negatieve publiciteit over zich heen heeft gekregen en dat het strafrechtelijk onderzoek lang heeft geduurd. Ook vindt justitie dat het Scheper Ziekenhuis, van 2004 tot en met 2009 werkgever van R., evenmin vrijuit gaat.

Het ziekenhuis kan strafrechtelijk weliswaar niet worden vervolgd, maar heeft die jaren een „klimaat gecreëerd waardoor dit kon gebeuren”, aldus justitie. „Het groeide R. boven het hoofd, hij kreeg steeds meer op zijn bordje. Niet voor niets heeft het ziekenhuis in 2009 zelf een actielijst met 30 verbeterpunten opgesteld.” Korte tijd later stopte het ziekenhuis helemaal met het uitvoeren van maagverkleiningsoperaties.

In totaal was 17 keer aangifte tegen de maagchirurg gedaan; in zes gevallen door nabestaanden van patiënten die na een maagverkleiningsoperatie zijn overleden, en door 11 mensen die zeiden dat ze ernstig letsel hebben overgehouden. Maar na een lang en „uiterst complex” onderzoek concludeerde justitie dat slechts in één zaak vervolging mogelijk was, die van het achtergebleven wondgaasje.