Griekenland keert terug op de internationale kapitaalmarkt
Griekenland keert terug op de internationale kapitaalmarkt. Vandaag vond de veiling plaats van een vijfjarige staatsobligatie. Een markant moment ruim vier jaar na het uitbreken van de eurocrisis.
Waardoor kon deze EU-lidstaat lange tijd geen geld ophalen bij beleggers?
Heel simpel: die hadden geen enkel vertrouwen meer in het land. Zij wilden er alleen nog vermogen uitzetten tegen een torenhoge rente. Die was uiteraard niet op te brengen, dus zat voor de overheid in Athene de toegang tot de financiële markt feitelijk op slot. Ze hield het hoofd boven water dankzij de noodkredieten van opgeteld 240 miljard euro die de EU, vanuit het gevormde noodfonds, en het IMF beschikbaar stelden.
Nu is het vertrouwen bij investeerders dus blijkbaar teruggekeerd. Op grond waarvan?
Het afgelopen anderhalf jaar gold dat al voor de eurozone als geheel. De overtuiging groeide dat de Europese Centrale Bank (ECB) en de regeringen de muntunie niet uiteen zouden laten vallen.
Verder is de situatie in Griekenland zelf verbeterd. De laatste tijd verschijnen er best wel gunstige berichten. Zo wordt er dit jaar groei verwacht. De lopende rekening van de betalingsbalans vertoont een overschot, wat een stijgende export illustreert. Het saldo van de begroting (exclusief de rentebetalingen) zit ook weer aan de goede kant van de streep. Daarbij past overigens de kanttekening dat de burgers zuchten onder zware bezuinigingen, enorme werkloosheid en armoede.
Wat ook meespeelt: opkomende economieën elders in de wereld, waaronder Brazilië, Turkije en India, raken wat uit de gratie bij beleggers. Zij zoeken alternatieve bestemmingen voor hun middelen. De zwakkere eurolanden profiteren daarvan.
Betekent een en ander dat de schuldencrisis definitief tot het verleden behoort?
President Jens Weidmann van de Duitse centrale bank zei maandag in Amsterdam nog dat hij dat een voorbarige conclusie vindt. Maar er zijn in ieder geval positieve ontwikkelingen; de situatie normaliseert. Ierland en Spanje hebben geen noodleningen meer nodig. Portugal laat binnenkort waarschijnlijk ook het steunprogramma achter zich. De rentes voor al die landen zijn flink gedaald.
Het is nu vooral zaak om overal de boel op orde te houden. Onder invloed van de crisis zijn de regels voor het toezicht vanuit Brussel op de begrotingen en de economieën aangescherpt. De financiële wereld zal nauwlettend volgen of de EU daar daadwerkelijk de hand aan houdt, want woorden en daden zijn twee verschillende dingen, heeft het verleden geleerd. Een eerste krachtproef ligt in het verschiet: Frankrijk probeert uit te komen onder de verplichting om in 2015 het tekort terug te dringen tot beneden de 3 procent.
Hoeveel heeft het Griekse drama ons uiteindelijk gekost?
Het land heeft, zoals vermeld, 240 miljard euro aan steun ontvangen. Dat zijn echter leningen en het is de bedoeling dat die worden terugbetaald. Dan moet het de komende jaren met de staatsschuld wel de goede kant opgaan, want die bedraagt ruim 170 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en dat zorgt voor een enorme rentelast. Maar tot dusver lijden we geen cent verlies op de verstrekte noodhulp.