Jezus knielt
Lukas 22:41b
„En knielde neer en bad.”
De Heere knielt neer. Dat veroorzaakt de angst van Zijn hart, de last van de toorn van God. Wie waarachtige omgang heeft met God, die kent de uitwendige plechtigheden niet, maar gaat, staat, zit, ligt, knielt in het geloof, in het gebed, zoals het hem drijft. Maar er zijn ogenblikken van bittere nood en angst. Dan werpt men zich ter aarde, op zijn aangezicht, zoals de Heere. Want de verschrikkelijke angst en last van de toorn van God heeft Hem terneergedrukt, dat Hij in het stof kermt, een worm, geen mens. En Hij bidt.
Het is een wonder! De grote God kermt hier in het stof! Dat doet Hij in vurige liefde tot al de Zijnen. Dat doet Hij als mens in onze plaats, opdat wij ons met het aangezicht ter aarde zouden kunnen werpen in nood en dood. Hij heeft het ons verworven en Hij stelt het daar, dat wij de aanvechting niet licht achten, maar vol angst worden en ons in het stof werpen om te bidden. Hij heeft het ons verworven. Want Hij heeft de Geest verworven, Die dat in ons werkt.
Dr. H. F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Schriftverklaringen”, 1965)