Opinie

Veilig schoolklimaat Bijbels opdracht

Het is een Bijbelse opdracht om alle leerlingen een veilige leeromgeving te bieden, reageren P. W. Moens en mr. T. Mulder op D. C. van der Ploeg.

P. W. Moens en mr. T. Mulder
2 April 2014 16:57Gewijzigd op 15 November 2020 09:47
beeld ANP
beeld ANP

De Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) pleit voor behoedzaamheid bij het uitkomen voor een andere gerichtheid binnen de school. Het getuigt echter niet van christelijke naastenliefde om een leerling die worstelt met zijn geaardheid het zwijgen op te leggen.

Er is de laatste jaren toenemende aandacht voor homoseksualiteit in het onderwijs, het pedagogisch klimaat en de manier waarop scholen veiliger kunnen worden gemaakt. Ook in het christelijk en het reformatorische onderwijs vraagt dit thema om aandacht en toerusting. Dat is een van de redenen dat de VGS, in samenwerking met onder andere Driestar Educatief, naast de in 2008 uitgegeven ”Visienota (homo)seksualiteit” deze week de ”Handreiking sociale veiligheid en seksuele diversiteit” aan scholen en kerken heeft toegezonden.

Dat het onderwerp in onze kring brede aandacht heeft, bewijst ook het artikel van D. C. van der Ploeg. Zijn betrokkenheid op en worsteling met het thema roept veel herkenning op. Van der Ploeg beschrijft dat er tegenwoordig veel gesproken wordt over het recht om voor een andere gerichtheid uit te komen en dat men dit in de samenleving nodig acht voor zelfacceptatie en zelfontplooiing. Hij stelt dat de VGS-handreiking bij deze gedachte aansluit. Het tegendeel is echter waar. De handreiking is niet bedoeld voor zelfontplooiing van een leerling, maar om een leerling die worstelt met zijn gerichtheid, te ondersteunen en te begeleiden in zijn strijd, dit vanuit het Bijbels kader.

Een leerling die op school uitkomt voor zijn gerichtheid, voert een innerlijke strijd tegen die zonde. Het uitkomen hiervoor heeft niets te maken met zelfontplooiing, maar kan nodig zijn om in zijn naaste omgeving begrip te krijgen voor de strijd die hij moet voeren.

Het is een Bijbelse opdracht om alle leerlingen een sociaal veilige leeromgeving te bieden. In de praktijk blijkt dat dit niet vanzelfsprekend is en ook hierin zien we de gevolgen van de zonde.

In de school wordt gedrag dat niet naar Gods Woord is, open benoemd en afgewezen, maar elk mens wordt wel met liefde en respect benaderd. De christelijke houding is die van mens naast mens, zondaar naast zondaar. We zijn immers allemaal onvolmaakte mensen die bekering nodig hebben, maar ook waardevolle schepselen van God voor wie vernieuwing mogelijk is door Jezus Christus.

De handreiking raadt het leerlingen die aangeven dat ze homoseksuele gevoelens hebben, af om te vroeg openheid te geven. Er wordt echter spanning ervaren tussen het willen leven naar de Bijbelse norm en het hebben van een homoseksuele gerichtheid. Dit doet een appel op christelijke naastenliefde, en begeleiding om de leerling zich veilig, gehoord en begrepen te laten voelen op school. Als een leerling zijn leerkracht of een medeleerling deelgenoot wil maken van de strijd die hij voert, dan hoort het bij een schoolgemeenschap dat zorgen en noden met elkaar gedeeld kunnen worden. Bij te weinig openheid kan er een spanning worden opgebouwd in het persoonlijk leven van de leerling of in de klas. Hiermee komt de veiligheid van de leerling in het geding en wordt er afbreuk gedaan aan de Bijbelse opdracht in dezen.

De handreiking spreekt niet van een profilerend ”uit de kast” komen in een volle klas, maar van het bespreekbaar kunnen maken bij degene die hij vertrouwt. Bijvoorbeeld bij een predikant, ouderling, vader, moeder of leraar, zoals Van der Ploeg ook schrijft. Het gaat erom vanuit bewogenheid en betrokkenheid een luisterend oor te bieden en de leerling te begeleiden naar professionele pedagogische en pastorale hulp, als dat nodig is.

De school moet er echter wel op voorbereid zijn dat een leerling zijn gerichtheid in een bredere kring aan zijn medeleerlingen bekend wil maken. Dat kan spontaan gebeuren, wellicht door uitlokking, of bewust worden gezocht. In de handreiking wordt geadviseerd om als leerkracht of mentor eerst een gesprek te voeren met de leerling en te overleggen welke begeleiding hij nodig heeft. Ondersteuning bij zijn worsteling en het bieden van een luisterend oor moeten leidend zijn, en niet de profilering van de leerling binnen zijn klas of de school.

Waarom kan het toch goed zijn dat een leerling die zijn strijd met medeleerlingen wil delen de gelegenheid krijgt zich in de klas uit te spreken? Om begrip te krijgen voor de strijd die hij moet voeren. Om zijn noden en zorgen te mogen uiten in de omgeving waarin hij dagelijks verkeert. Juist omdat men zich afgewezen kan voelen en geïsoleerd kan raken, met soms grote gevolgen.

Een tweede maar zeer belangrijk argument is om deze jongeren te behouden bij het Woord. De worsteling van de homoseksuele jongere heeft alles te maken met zijn levensvragen over Gods bedoeling met zijn leven. Belangrijk is dan dat hij die kan delen met anderen.

De VGS houdt wat betreft de visie op anders gericht zijn vast aan de klassieke opvatting die de Bijbel ons leert en die ook door velen met een homoseksuele gerichtheid in onze kring wordt ondersteund. We moeten de leerling echter op school en in de kerk een pastoraal en pedagogisch klimaat bieden waarin we om hem heen staan, hem steunen in zijn worsteling en hem willen bewaren bij de Bijbelse lijn. Maar bovenal: wijs als school een leerling die worstelt met zijn andere gerichtheid op Hem Die een Ontfermer is van allen die tot Hem vluchten.

De auteurs zijn respectievelijk bestuurder en beleidsmedewerker bij de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer