Opinie

Streven naar nauwere Europese militaire samenwerking lovenswaardig

Het streven van minister Timmermans om in te zetten op een nauwere Europese militaire samenwerking is lovenswaardig, stelt Marcel Duvekot.

Marcel Duvekot
2 April 2014 11:36Gewijzigd op 15 November 2020 09:47
beeld ANP
beeld ANP

Na 23 jaar bezuinigen en reorganiseren is bij defensie de rek eruit. De krijgsmacht is verworden tot een kostenpost. Dat het in NAVO-verband beschermen van Nederlandse belangen en de bevordering van de internationale rechtsorde een prijs hebben, wordt altijd slechts vanuit kostenperspectief benaderd. Maar wat zijn de baten van het bevorderen van vrede, veiligheid en stabiliteit?

Maar weinig Nederlanders realiseren zich dat mede door het optreden van defensie in het buiten­land voor onze industrie een rode loper wordt uitgerold. En wie weet dat defensie het voortouw neemt bij innovaties in de veiligheidssector? Bovendien levert defensie een flinke bijdrage aan het fysieke beveiligen en openhouden van internationale handelsroutes.

En dichter bij huis; hoeveel werkgelegenheid creëert defensie in krimpregio’s? Als kazernes sluiten, wordt dat pijnlijk duidelijk. In eigen land wordt defensie zo’n dertig keer per week ingeschakeld om de civiele autoriteiten te onder­steunen. Of het nu een zoekactie naar een vermist kind betreft of inzet bij het ontmantelen van een crimineel netwerk: defensiecapaciteiten zijn onmisbaar.

Helaas is de waarde van defensie niet altijd direct te kwantificeren. Maar wat zouden de kosten worden van een scenario waarbij het –op dit moment– onvoorspelbare Rusland na de inval in Georgië (2008) en de annexatie van de Krim ook „onderdrukte minderheden” in de Baltische staten of Polen meent te moeten ontzetten? Ook die kosten zijn niet direct te kwantificeren. Maar het zou wel de lakmoesproef worden van de werking van de NAVO-paraplu (artikel 5 NAVO-verdrag: „aanval op één is aanval op allen”).

Een ding is wél glashelder: van de Europese inspanningen zijn de Oost-Europese NAVO-partners niet onder de indruk. Europa focust voornamelijk op –vrijblijvende– deelname aan vredesondersteunende operaties. Een keuze die met name ingegeven lijkt te zijn door de portemonnee.

De wrange winst van de crisis in Oekraïne lijkt te zijn dat Europa uit zijn zoete droom ontwaakt. Is stabiliteit aan de Europese oostgrenzen dan toch een illusie?

Zuinig

Na de SGP is nu ook de ChristenUnie doordrongen van het feit dat er meer geld naar defensie zou moeten.

Minister Hennis-Plasschaert van Defensie vindt het mooi dat er partijen zijn die zich sterk maken voor de krijgsmacht. Evenals de Amerikaanse president Obama benadrukt ze dat vrijheid nooit gratis is. „De krijgsmacht is er niet voor niets.” Concreter wordt ze echter niet.

Minister Dijsselbloem van Finan­ciën ziet er niets in om meer geld uit te trekken voor defensie. Gezien zijn portefeuille is dat begrijpelijk.

Dé oplossing komt verrassend genoeg uit de koker van de minister van Buitenlandse Zaken. Minister Timmermans stelde vorige week naar aanleiding van het pleidooi van Obama en de oproep van de ChristenUnie dat het pleidooi voor meer geld voor defensie pas geloofwaardig is „op het moment dat je eerst de nog bestaande verspilling door de versnipperde Europese samen­werking aanpakt.”

Kort en goed maak ik hieruit op dat minister Timmermans werk gaat maken van verdere Europese militaire samenwerking. Een voortreffelijk voornemen. Al vijftien jaar lang slagen regeringsleiders er niet in om deze samenwerking tot stand te brengen.

Een tweetal zaken lijkt nauwere samenwerking tot dusver te blokkeren. Allereerst willen de nationale parlementen niets weten van het opgeven van nationale soevereiniteit over hun strijdkrachten. Verder is ieder land zuinig op de eigen wapenindustrie. Die moet kennelijk nationaal worden beschermd. Dat Timmermans nu praktische mogelijkheden ziet om deze politieke blokkades te slechten, is goed nieuws.

Lef

Er zijn overigens al veel succes­volle stappen gezet op het terrein van samenwerking tussen strijdkrachten. Die zijn alle geïnitieerd door de militaire staven. Het is fantastisch dat er nu ook op politiek niveau wordt gewerkt aan betere samenwerking. Als de politici bewegen, kunnen er eindelijk grote stappen worden gemaakt.

Het gegeven dat geen enkele voorganger van Timmermans dit vraagstuk met enig succes prominent op de Europese agenda heeft kunnen plaatsen, voedt overigens nog wel het heersende scepticisme. Het zijn de politici die de mate van Europese integratie van nationale krijgsmachten bepalen, niet de militaire professionals. Wij wensen de minister daarom veel wijsheid toe. Het getuigt hoe dan ook van veel lef om in het huidige politiek klimaat met de oplossing ”meer Europa” te komen.

Ondertussen blijft het dringend noodzakelijk dat het defensie­budget wordt verhoogd. Wachten op tastbare resultaten van intensievere Europese militaire samenwerking is onverantwoord. Zonder financiële injectie kunnen we tegen de tijd dat defensie profiteert van nauwere samenwerking de strijdkrachten van het infuus halen. Wat rest is dan een periode van ‘stervensbegeleiding’.

De auteur is luitenant-kolonel bij de landmacht. Hij schrijft dit artikel namens de gezamenlijke officierenverenigingen van defensie (GOV) en de belangenvereniging van middelbaar en hoger burgerpersoneel bij defensie (MHB).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer