Discussie ouderschap nog lang niet voorbij
DEN HAAG. Een lesbische vrouw die samenwoont met een partner die een kind krijgt via een anonieme zaaddonor kan sinds gisteren het juridisch ouderschap verwerven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Wat volgt?
„Wat voor een duomoeder altijd al normaal voelde, is nu ook normaal”, sprak burgemeester Van der Laan dinsdag in Amsterdam, waar de eerste duomoeders hun kind erkenden. ”Erkennen” is de ambtelijke term voor het officieel maken van het juridische ouderschap bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Het volstrekt aan elkaar gelijkstellen van huwelijken tussen man en vrouw en relaties tussen partners van hetzelfde geslacht geldt in Nederland inmiddels als normaal; dat klopt inderdaad. Dat laat echter onverlet dat met het wettelijk regelen van het duomoederschap een eeuwenoud principe wordt verlaten, namelijk dat het biologisch ouderschap leidend is voor het juridisch ouderschap; een van de hoofdregels in het afstammingsrecht.
Wanneer onder ”normaal” wordt verstaan dat iets geen discussie meer oproept, is het gebruikmaken van de term bovendien misplaatst. In de Senaat waren de bedenkingen tegen de Wet lesbisch ouderschap zo groot dat het stranden ervan even een reëel scenario leek.
Kern van de kritiek was dat de wet het krijgen van kinderen via een anonieme zaaddonor legitimeert. Het kind dat langs die weg wordt geboren, groeit op bij twee lesbische moeders. De vader is niet in beeld. „Ontoelaatbaar”, fulmineerde rechtsgeleerde Dorien Pessers tijdens een door de Senaat georganiseerde deskundigenbijeenkomst. „Een kind wordt niet uit een zaad- en een eicel geboren, maar uit een vader en een moeder. De man die zegt dat hij geen vader wil worden maar alleen maar donor is, reduceert zichzelf tot zijn zaad.”
Pessers’ voorstel leek de Senaat wel wat: een systeem introduceren van een drievoudig ouderschap: de duomoeders én de donorvader, mits deze bekend is. De duomoeders behouden zo hun nieuw verworven recht om zo gemakkelijk mogelijk hun kind te erkennen. Het kind weet wie zijn vader is. Naar de voors en tegens van zo’n nieuw systeem wordt inmiddels onderzoek gedaan door een speciale staatscommissie. Deze kijkt ook naar het regelen van het meeroudergezag. Stiefouders krijgen daarbij mede gezag over kinderen uit een inmiddels verbroken relatie van hun partners. Kortom, de discussie over welk ouderschap in Nederland normaal wordt bevonden, is nog lang niet voorbij.