Schippers (directeur WI SGP): Hoofdbestuur liet oren hangen naar rechterflank
De directeur van het wetenschappelijk instituut (WI) voor de SGP, Jan Schippers, gooit graag een steen in de SGP-vijver. In het jongste nummer van Zicht, het blad van het instituut, blikt hij terug op de strijd binnen de partij over de vrouw. Daarbij bekritiseert hij vrijuit het hoofdbestuur van zijn partij.
Schippers denkt dat een groot deel van de discussie te verklaren is vanwege het verzet van partijoprichter ds. G. H. Kersten, die zich uitsprak tégen het vrouwenkiesrecht. Hij wilde zich daarmee profileren ten opzichte van de ARP, die vóór vrouwenkiesrecht was. Als de SGP niet in 1918, maar in 1881 of 1981 was opgericht, zou het volgens Schippers heel anders liggen. En wat betreft de Bijbelse argumenten tegen participatie van vrouwen, ligt het volgens Schippers nog niet zo helder. Er is volgens hem ook een lijn aan te wijzen die de gelijkheid van man en vrouw benadrukt.
Een van de opvallendste conclusies die Schippers trekt, is dat het hoofdbestuur aan het begin van de jaren negentig is meegegaan met de wens van de rechterflank van de partij om expliciet vast te leggen dat alleen mannen lid mochten worden van de partij. „De onrust in de partij werd versterkt door de verdeeldheid in het hoofdbestuur, zijn weifelende houding en de ontoereikende argumentatie bij de –vaak weinig concrete– voorstellen.” Zijn analyse is dat het aanbrengen van het onderscheid tussen mannen en vrouwen de rechter een aanknopingspunt bood om tot een veroordeling te komen: „Hier blijkt het spreekwoord van toepassing: wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op de neus.”