Apologeet mag vrijmoedig met Paulus de Areopagus op
Is Paulus’ apologetisch optreden op de Areopagus vandaag nog na te volgen?
Het optreden van Paulus op de Areopagus bij Athene (beschreven in Handelingen 17) wordt wel gezien als een model voor hedendaagse presentie van christenen in de cultuur. De Areopagus was het centrum van cultuur en debat van die dagen; een soort Hyde Park (met de bekende Speakers’ Corner in Londen), waar de filosofen en wijsgerig geïnteresseerden samenkwamen. Daar wilde de apostel present zijn en gehoord worden. Het was hem te doen om een diepgaande ontmoeting. Hij zocht daarom nadrukkelijk naar wat hij gemeenschappelijk had met zijn heidense gesprekspartners.
Maar er wordt verschillend geoordeeld over Paulus’ toespraak, gehouden vlak bij de vele heiligdommen voor de Griekse goden op de Akropolis. Volgens sommigen is zijn aanpak daar volkomen mislukt en heeft hij zijn strategie van het zoeken naar ”common ground” later nooit meer toegepast. Op de ene bekeerling Dionysius na zou deze missie op een fiasco zijn uitgelopen.
Perspectiefwisseling
Dat standpunt is echter op exegetische gronden niet vol te houden. Lukas, de auteur van het boek Handelingen, schildert Paulus eerder af als een rolmodel voor de gewenste apologetische benadering. Hij tekent zijn optreden in Athene als dat van een herleefde Socrates, iemand die in zijn optreden veel doet denken aan die beroemde filosoof. Zoals Paulus op het breukvlak van culturen de dialoog zocht met de intelligentsia van zijn dagen, zo behoren christenen dat volgens Lukas eveneens te doen. Hij tekent de apostel als een voorbeeld.
In de woorden van dr. J. van Eck in het pas verschenen handboek voor christelijke apologetiek ”Verantwoord geloof”: „dat de ontmoeting die Paulus met de wijsgeren in Athene had, zo uitgebreid geschilderd wordt, geeft aan dat Lucas verantwoording voor het forum van de wijsbegeerte als een wezenlijk deel van de communicatie van het evangelie beschouwde.” Naar mijn overtuiging geldt dat in 2014 nog altijd onverkort.
Wat kenmerkte het optreden van Paulus op de Areopagus? Het opvallendst is hoezeer de apostel zijn nek uitsteekt om zijn toehoorders te bereiken in hun eigen denk- en leefwereld. Hij gaat heel ver om in hun huid te kruipen. We kunnen spreken van een perspectiefwisseling. Paulus blijkt in staat om het perspectief van zijn toehoorders in te nemen. Hij maakt duidelijk dat hij de literatuur die ze lezen kent en dat hij goed op de hoogte is van de belangrijkste filosofische stromingen waartoe zij zullen hebben behoord: het epicurisme en de Stoa.
In zijn bewogenheid met deze mensen is Paulus werkelijk geïnteresseerd in hen. Hij wil weten waar ze zich geestelijk bevinden en hij zoekt naar aanknopingspunten en landingsplaatsen voor de boodschap van het evangelie van Jezus Christus. Hij weet waar hij het over heeft en hij komt beslagen ten ijs.
Vrijmoedigheid
Daarom valt hij niet plompverloren met de deur in huis. Dan zou er direct kortsluiting ontstaan. Als hij er blijkbaar van verdacht wordt nieuwe goden te willen invoeren (waarvan indertijd ook Socrates werd beschuldigd), maakt hij duidelijk dat hij wil aansluiten bij een zeker Godsbesef dat onder de Atheners al aanwezig is. Het gaat dan met name om de verhevenheid van de God Die de Schepper en Schenker van alle leven is en niet in beelden kan worden gevangen of in tempels opgesloten.
Pas als hij echt contact heeft gekregen met zijn gehoor, als er communicatie tot stand is gebracht, laat Paulus het achterste van zijn tong zien en brengt hij zonder omwegen het evangelie van Christus, de Opgestane en Komende. Hij spreekt daarover met gepaste vrijmoedigheid. Paulus is immers overtuigd van de relevantie van zijn boodschap, niet alleen voor de joden in de synagoge of voor de eenvoudige plattelandsbewoners in Lystre (Handelingen 14), maar evenzeer voor de wetenschappelijk gevormde elite in Athene.
Omdat de aarde van de Heere is met al haar volheid (Psalm 24), trekt de apostel zich niet angstvallig terug uit de wetenschap en de cultuur, maar beweegt hij zich met open vizier binnen het wijsgerig gesprek van zijn tijd. Alle schatten van wetenschap, wijsheid en cultuur zijn van God en van Christus. Geloof en rede gaan goed samen, geloof is niet irrationeel of acultureel.
Voorteken
Paulus’ inzet op de Areopagus doet een appel op christenen vandaag. Gelukkig wordt dat appel meer en meer verstaan. Het is een goede zaak dat de apologetiek bloeit als nooit tevoren en dat ook in Nederlands het ene na het andere apologetische boek verschijnt. Religiedebatten trekken volle zalen. Via internet worden pittige discussies gevoerd tussen gelovigen en atheïsten. Bij velen is het inzicht gerijpt dat het onjuist is om geloven als zeker weten in te ruilen voor een vaag vermoeden, of om de christelijke wereldbeschouwing te reduceren tot een individueel religieus besef.
Het blijft wat dit betreft wel roeien tegen de stroom in. De kwestie over het noemen van de naam van God in een proefschrift, in Wageningen, is tekenend voor de tendens om geloof steeds verder weg te drukken uit het publieke domein. Gelukkig moest de universiteit terugkomen op haar besluit. Maar als christenen kunnen we daarmee niet tevreden zijn. In het voetspoor van Paulus willen we het terrein van de wetenschap frank en vrij betreden. We vermengen geloof en wetenschap niet, maar we brengen evenmin een angstvallige scheiding aan.
Laten we opnieuw present zijn op de Areopagus. Om getuigen van Christus te zijn aan de universiteit, in de wereld van literatuur en kunst, op het terrein van sport en spel, in de economie en de politiek. We hebben een Woord voor de wereld en bovendien: die wereld is Gods wereld. „De strategie die Paulus aanreikt, blijft actueel. De confrontatie van het evangelie met het eigentijdse denken dient vanuit een Bijbelse basis te worden aangegaan” (J. van Eck).
De bekering van die ene Dionysius de Areopagiet is een bemoedigend voorteken van de vrucht die op dit getuigenis door de eeuwen heen is gevolgd en daar ook vandaag op volgen zal. Wanneer we maar voortgaan in afhankelijkheid van de Heilige Geest Die in de waarheid leidt en vrijmoedigheid schenkt, verbonden met fijngevoeligheid en invoelingsvermogen.
Prof. dr. J. Hoek, bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Literatuur
Robert Doornenbal, ‘Een bijbels gefundeerde apologie voor apologetiek’, in dr. J. Hoek (red.), Verantwoorde hoop. Apologetische thema’s, Heerenveen 2011, 17-53.
John van Eck, ‘Apologetiek in Handelingen 17’ in Prof. dr. H. A. Bakker e.a., Verantwoord geloof. Handboek Christelijke Apologetiek, Kampen 2014, 73-79, 73.
Prof. dr. Johannes A. van der Ven, Opnieuw naar de Areopaag. Over de uitoefening van het recht op godsdienstvrijheid in de publieke arena, Nijmegen 2010