Robin Hood
Robin Hood heeft waarschijnlijk nooit bestaan. Deze hoofdpersoon uit een middeleeuwse legende nam het op voor wat wij nu de kansarmen noemen. Zijn naam roept sympathie op.
Zo ook bij minister De Geus. Hij volgde ruim een week geleden de fractie van GroenLinks in het plan om Nederlanders die 100.000 euro of meer per jaar verdienen een vrijwillige bijdrage te vragen van 500 euro om de kansarmen bij te staan. Meer mocht natuurlijk ook. De Geus opende een telefoonnummer via zijn ministerie, zodat de ”eurotonners” de mogelijkheid hadden te informeren op welke bankrekening zij hun bijdrage konden storten. Minister De Geus had al snel een naam voor deze voorziening bedacht: het Robin Hood-fonds.
De Geus zou de opbrengst gebruiken om de bijzondere bijstand van extra middelen te voorzien. Dat argument is niet helemaal zuiver omdat hij juist op deze voorziening had bezuinigd. Het voorstel is inmiddels van tafel nadat premier Balkenende en een kamermeerderheid deze week de minister hadden teruggefloten.
De animo om 500 euro over te maken naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was niet groot. Gedurende de enkele dagen dat het voorstel aandacht in de media kreeg, hebben slechts twintig mensen hiervoor het ministerie gebeld.
Wat wel actueel blijft, is het argument dat minister De Geus gebruikte voor invoering van deze regeling. De maatregel past volgens hem bij het kabinetsbeleid dat de eigen verantwoordelijkheid van de burger wil vergroten. In deze visie is er een grotere plaats voor het particuliere initiatief als vervanging of aanvulling op de sociale zekerheid. De overheid kan en wil niet meer alles regelen en laat meer ruimte voor initiatieven van kerken of maatschappelijke organisaties voor mensen met minder draagkracht. Dit strookt met de zorgzame samenleving die het CDA, de partij van minister De Geus, nastreeft. De gedachte is dus niet nieuw, wel het concrete initiatief.
Vangnet
Vanuit de bijzondere bijstand worden door de gemeenten extra uitgaven gefinancierd die bijstandgerechtigden zelf niet kunnen betalen, zoals een koelkast of een wasmachine. Zij ontvangen op aanvraag een extra bedrag. De uitvoering van de Algemene bijstandswet berust bij de plaatselijke gemeenten. Deze beoordeelt ook een aanvraag voor bijzondere bijstand. De bijstand fungeert als een sociaal vangnet. De middelen voor het verlenen van bijstand komen uit de belastingopbrengst.
De ambtenaren van de sociale dienst hebben de naam weinig klantvriendelijk te zijn en weinig betrokkenheid te tonen met de persoonlijke en financiële problematiek van degene die aan de andere kant van het loket zit. Het is een papierwinkel. Deze zelfde instantie kent de bijzondere bijstand toe. Daarbij is een persoonlijke toetsing onontbeerlijk.
Op deze middelen van de bijzondere bijstand wordt nu bezuinigd. Dat is wrang, want het gaat hier om mensen die het echt hard nodig hebben. Dat geprobeerd wordt de gevolgen van deze bezuiniging op te vangen, is een goed plan. Mits voor goede bestedingen aangewend, zijn deze aanvullende maatregelen wel besteed.
De kritiek die minister De Geus te verduren kreeg gold het liefdadigheidskarakter van het voorstel. De overheid zou haar verantwoordelijkheid ontgaan door de solidariteit niet te organiseren, maar over te laten aan het particuliere initiatief. Dan zou beter de belasting verhoogd kunnen worden om de sociale zekerheid in stand te laten en de pijn te delen. Verdere inkomensnivellering heet dat in goed links taalgebruik. Terecht heeft minister De Geus dit afgewezen. De inkomstenbelastingheffing is in weinig landen zo hoog als in Nederland. Verdere verhoging lijkt niet op zijn plaats.
Overheidsdiaconie
Solidariteit dient niet te worden opgelegd door een belastingmaatregel, maar dient te leven onder de mensen. Het dient een houding te zijn. Minister De Geus kreeg in de media het verwijt een ”overheidsdiaconie” te willen invoeren, waardoor mensen in een kennelijk afhankelijke situatie zouden worden gebracht.
Dat is niet een juiste voorstelling van zaken. Allereerst voelen veel bijstandsgerechtigden dezelfde afhankelijkheid jegens de medewerkers van de sociale dienst aan wie zij het verzoek om bijzondere bijstand moeten toelichten. De bijzondere bijstand, waarvoor het Robin Hood-fonds zou worden aangewend, zou op dezelfde wijze als vroeger worden uitgekeerd. Wat dat betreft zou er weinig veranderen. Juist de bijzondere bijstand, waarbij incidentele of extra uitgaven worden gefinancierd, leent zich bij uitstek voor particulier initiatief. Minister De Geus verdient dan ook steun voor dit initiatief. De uitwerking kan anders en beter.
De verhouding tussen mensen is gaandeweg harder en onverdraagzamer geworden. Ieder voor zich, is het motto. Dat is een onbijbels principe. Draagt elkanders lasten, dient het motto te zijn. Dat de zorg voor de mensen die (tijdelijk) krap zitten in het verleden wel eens te wensen over liet, is geen reden om daar nu niet meer over na te denken.
De regering streeft naar verhoging van de eigen verantwoordelijkheid. Zo dient een werknemer zichzelf te verzekeren of gelden te reserveren voor verschillende zaken waarvoor vroeger nog een uitkering bestond, bijvoorbeeld de afgeschafte aanvullende WW-uitkering. Deze grotere eigen verantwoordelijkheid dient niet alleen gericht te zijn op de eigen (inkomens-)positie, maar ook op die van de naaste. Dit verhoogt de sociale samenhang of onderlinge betrokkenheid onder de mensen.
Solidariteit, of beter gezegd: naastenliefde, moet niet worden opgelegd of door de overheid georganiseerd. Naastenliefde dient gericht te zijn op iemand die naast je staat, bijvoorbeeld een familielid, kennis, collega of lid van de kerkelijke gemeente.
Diaconie
Hier ligt een rol voor maatschappelijke organisaties. Voorzover iemand geen familie of vrienden heeft die hem bijstaan, kan de bijzondere bijstand als vangnet blijven fungeren. De zorg voor de mensen die (tijdelijk) krap zitten is binnen de kerkelijke gemeente een taak van de diaconie. Nu de werkloosheid toeneemt, nemen ook de financiële problemen toe. Dat geldt ook voor ouderen zonder pensioenvoorziening, chronisch zieken die getroffen worden door de bezuinigingen, en vele anderen. Er zijn genoeg gezinnen die het niet breed hebben. Dit vraagt extra diaconale aandacht. Als het goed is wordt hulp discreet verleend en wordt er daarbij betrokkenheid getoond bij de persoonlijke situatie. GroenLinks en minister De Geus hebben voorgesteld op vrijwillige basis geld af te zonderen. Daarvoor is geen Robin Hood-fonds nodig. Daarvoor bestaat de diaconie al.
Het is een goede gedachte met dit doel in een maand, waarin velen een dertiende maand of een bonus ontvangen, een bedrag extra af te zonderen voor de minderbedeelden in onze directe nabijheid. Voorzover deze gelden per bank worden gestort is dit bedrag fiscaal aftrekbaar. Zo biedt de overheid toch een voorziening in de geest van het Robin Hood-plan.