In een reactie op een in de Eerste Kamer aangenomen motie van SGP-senator Holdijk –die de regering vraagt te onderzoeken hoe de vrijheid van winkeliers op dit punt kan worden versterkt– stelt Kamp maandagmiddag dat „het invoeren van wetgeving” om dergelijke boetes te voorkomen „een forse inbreuk op de contractsvrijheid” zou betekenen. „Ik ben hier geen voorstander van”, aldus Kamp, die contractsvrijheid „één van de grondbeginselen van het Nederlandse contractenrecht” noemt.

Aanpassing van de Winkeltijdenwet, een wijziging van het Burgerlijk Wetboek of het opstellen van een zelfstandige wet waarmee het verboden wordt voor verhuurders om winkeliers met boetes te dwingen om op zondag open te gaan, ziet Kamp daarom niet zitten. Ook wijst hij op de „verantwoordelijkheid voor de winkelier zelf.” Een winkelier zal voor hij een overeenkomst aangaat, „zich goed in de inhoud daarvan moeten verdiepen”, aldus Kamp.

Wel geeft de VVD-bewindsman aan op drie „niet-wettelijke” terreinen actie te hebben ondernomen. Zo heeft de Raad voor Onroerende Zaken, die contracten opstelt voor de vastgoedsector, tegenover de bewindsman aangegeven in de standaardcontracten op te zullen nemen dat verhuurders geen ‘zondagsboetes’ aan winkeliers mogen opleggen „indien de huurder een onderbouwd verzoek heeft gedaan om niet op zondagen open te gaan en de verhuurder hiermee heeft ingestemd.” Ook zal de ROZ richting verhuurders aangeven dat zij zondagsboetes niet dienen op te leggen voor bestaande contracten, indien gemeenten het aantal koopzondagen pas hebben verruimd na de inwerkingtreding (op 1 juli 2013) van de ruimere Winkeltijdenwet.

In een reactie stelt de SGP „blij” te zijn „met de handreiking van minister Kamp in de richting van winkeliers die hun zaak op zondag dicht willen houden.”

Advocaat Rudolf van Binsbergen van Wille Donker Advocaten, die namens winkeliers diverse rechtszaken voerde tegen gemeenten die het aantal koopzondagen wilden uitbreiden, is kritisch over de reactie van Kamp. Volgens hem had de bewindsman goed kunnen aanhaken bij de Zondagswet. Van Binsbergen: „Die wet is opgesteld ”ter wegneming van beletselen voor de viering van de Zondag”. Ik denk dat een bepaling die het verbiedt om winkeliers tot zondagsopenstelling te dwingen, prima in de Zondagswet kan worden opgenomen. Contracten die hiermee in strijd zijn, zijn dan nietig.”

Dat de ROZ de minister heeft toegezegd de modelcontracten zodanig aan te passen dat de verhuurder een verzoek van een winkelier om niet op zondag open te hoeven gaan, niet op onredelijke gronden mag weigeren, noemt Van Binsbergen „geen vervanging” voor een wetswijziging. „De ROZ-modelcontracten worden vaak door ‘kleine verhuurders’ gebruikt. Juist die groep verhuurders zal doorgaans wel begrip hebben voor een huurder die niet op zondag open wil. Huurders zullen vaker tegen problemen aanlopen bij de grote spelers, zoals institutionele beleggers die complete winkelcentra in eigendom hebben. Die hebben hun eigen contracten, op grond waarvan de verhuurder de huurder kan dwingen op zondag open te gaan. De invloed van een aanpassing van de ROZ-modelcontracten zal in de praktijk dus beperkte betekenis hebben.”