Opvallende overeenkomsten tussen Syrië en Oekraïne
Er zijn opvallende overeenkomsten en verbanden tussen de burgeroorlog in Syrië en de crisis in Oekraïne, aldus Martin Janssen.
De Olympische Winterspelen in Sotsji waren vorige maand omgeven door uiterst strenge veiligheidsmaatregelen. De Russische autoriteiten hielden ernstig rekening met zelfmoordaanslagen nadat islamitische radicalen uit de Kaukasus hier openlijk mee hadden gedreigd. Deze radicalen vechten ook in Syrië, aan de zijde van al-Qaida (schattingen over hun aantal lopen uiteen van enkele honderden tot ruim 6000). Moskou en het Syrische regime delen daarom in grote lijnen de visie dat de burgeroorlog in Syrië een strijd van het regime tegen het internationale terrorisme is.
De winterspelen in Sotsji verliepen echter zonder incidenten. Het Westen hoopte dat Moskou hierdoor meer tot compromissen bereid zou zijn inzake Syrië. De eerste voortekenen leken hoopgevend. Rusland ging vorige maand akkoord met een resolutie van de VN-Veiligheidsraad waarin werd geëist dat internationale hulporganisaties onvoorwaardelijk toegang zouden krijgen tot Syrië om humanitaire hulp te verlenen. Het was de eerste Syrië-resolutie van de Veiligheidsraad in drie jaar die niet werd getroffen door een Russisch veto.
Terwijl de Russische autoriteiten in Sotsji waren voorbereid op problemen vanuit de zuidelijke Kaukasus, werden ze echter plotseling onaangenaam verrast door de onrust in Oekraïne. En zoals Moskou het groeiende gevaar van islamitisch radicalisme in de Kaukasus direct verbond met de Syrische burgeroorlog, zal door de ontwikkelingen in Oekraïne de Russische politiek ten aanzien van Syrië worden verhard.
Overeenkomsten
Er bestaat een aantal merkwaardige overeenkomsten tussen de situatie in Syrië en Oekraïne. In beide landen was er aanvankelijk sprake van een vreedzame protestbeweging, die echter vrij snel een geheel andere koers zou inslaan. In beide landen bleken radicale elementen aanwezig te zijn die op het juiste moment leken te hebben gewacht om zich te kunnen manifesteren. In Syrië waren dit radicale salafistische stromingen (Jabhat al-Nusra, de Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS), de beweging Ahrar al-Sham en het Islamitische Front), in Oekraïne enkele bewegingen die tot extreem rechts gerekend moeten worden (Svoboda en Pravy Sektor).
Zowel in Syrië als in Oekraïne werden de demonstraties van burgers door de staat beantwoord met de inzet van leger en politie. De staat werd hier echter in zekere zin toe gedwongen, wat bij een volgende overeenkomst brengt.
De problemen in Syrië begonnen precies drie jaar geleden in het zuidelijke Daraa. In westerse media werd indertijd het verontrustende gegeven genegeerd dat tientallen politieagenten en soldaten in Daraa werden doodgeschoten, wat het regime in Damascus feitelijk dwong om op te treden. Er bleken zich gewapende elementen tussen de protesterende burgers te bevinden die dit staatsgeweld leken te willen uitlokken.
En ook in Oekraïne werden de afgelopen maand naast tientallen burgers meerdere politieagenten gedood. In een uitgelekt telefoongesprek tussen Catherine Ashton (namens de Europese Unie) en de minister van Buitenlandse Zaken van Estland, Urmas Paet, beklaagde Paet zich erover dat de nieuwe Oekraïense regering „geen enkele interesse toonde om de zaak te onderzoeken.” Volgens hem was niet (de inmiddels afgezette) president Janoekovitsj verantwoordelijk voor de sluipschutters die dood en verderf zaaiden in de hoofdstad Kiev, „maar lieden die tot de oppositie op het Maidanplein behoorden.” Dat was vooral een verwijzing naar de Svobodapartij, die intussen met een aantal ministers vertegenwoordigd is in de nieuwe interim-regering van Oekraïne.
Fascistisch
Het lidmaatschap van Svoboda staat alleen open voor etnische Oekraïners. Bij de parlementaire verkiezingen in 2012 behaalde de partij 10 procent van de stemmen, maar in de drie westelijke provincies lag dit percentage boven de 30. Oleh Tyahnybok, leider van Svoboda, verklaarde enkele jaren geleden dat „Oekraïne wordt geregeerd door een Russisch-Joodse maffia.” Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 werd de Sociaal-Nationalistische Partij van Oekraïne opgericht, wat een uitdrukkelijke verwijzing was naar de NSDAP van Adolf Hitler. Om haar imago te verbeteren veranderde de partij haar naam in 2004 in Svoboda, dat ”vrijheid” betekent, maar de fascistische ideologie veranderde niet.
De Amerikaanse president Obama verklaarde enkele dagen geleden dat de Verenigde Staten en Rusland inzake Syrië en Oekraïne niet verwikkeld zijn in een nieuwe koude oorlog. Moskou voelt zich echter wel degelijk door de westerse politiek bedreigd. Het zal zijn steun voor Syrië verder opvoeren. De Russische militaire interventie in de Krim zou bovendien tot een verdere escalatie in het Midden-Oosten kunnen leiden.
De auteur is arabist en woont in de Jordaanse hoofdstad Amman.