Schrijvers beleven hun literaire piek op 0,57 deel van hun leven. „Stel dat een schrijver 100 wordt, dan ligt de piek dus rond hun 57e”, aldus Franses. Maar niet alle schrijvers worden 100. Gemiddeld pieken grote schrijvers rond hun 44e, becijferde hij.

De professor berekende de creatieve piek door te kijken naar juryrapporten over winnaars van de Nobelprijs voor de Literatuur. „Daarin staat meestal welke werken als meest belangrijke worden gezien.” Franses keek daarbij alleen naar winnaars die inmiddels gestorven zijn. „De absolute leeftijd vind ik niet zo interessant, maar wel op welk moment van hun leven ze gepiekt hebben.”

Eerder deed hij hetzelfde onderzoek al naar overleden schilders. Die maakten hun belangrijkste werk rond hun 42e levensjaar, op 0,62 van hun leven. Om te bepalen welk werk het belangrijkste was, keek hij welk werk het meeste heeft opgebracht op een veiling. „Dat is kwalitatief gezien wellicht ook het belangrijkste”, vermoedt Franses.

Hij wil dezelfde berekening nog wel eens maken voor andere creatieve geesten. „Voor componisten bijvoorbeeld. Maar dat is niet zo makkelijk. Want hoe ga je bepalen wat het belangrijkste werk was van Beethoven?”, vraagt hij zich af.

Franses publiceert een kort artikel over de piekleeftijd van schrijvers in het komende nummer van Creativity Research Journal. In datzelfde wetenschappelijke tijdschrift heeft hij eerder al gepubliceerd over de piekleeftijd van schilders.