Nederlandse export onder zware druk
De positie van Nederland op de wereldhandelskaart begint te verschrompelen. Nederland heeft dit jaar in de export marktaandeel ingeleverd. Bovendien brengen buitenlandse investeerders met het jaar minder geld naar ons land.
Dat heeft staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken) donderdag gezegd in een brief aan de Tweede Kamer.
De omvang van de Nederlandse export zal in 2003 ongeveer gelijk blijven aan het voorgaande jaar: 232 miljard euro. De export van Nederlandse bedrijven groeit dit jaar en volgend jaar echter minder snel dan de wereldhandel. Daardoor zal het marktaandeel van Nederlandse exporteurs onder druk komen te staan.
Van Gennip wijt de daling onder meer aan de wereldwijde terugval van de economie. Daarnaast wordt Nederland minder aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven, onder meer door de relatief hoge arbeidskosten, rigide wetgeving en de toenemende criminaliteit.
In Duitsland hebben Nederlandse bedrijven al terrein moeten inleveren. Bedroeg het aandeel van de Nederlandse export in 1999 nog bijna 10 procent, in 2002 strandde het marktaandeel op 8 procent. Duitsland is de belangrijkste exportmarkt voor Nederlandse bedrijven. Een kwart van hun producten wordt aan de andere zijde van de oostgrens verkocht.
De uitvoer naar landen in de Europese Unie daalde met 0,6 procent. Elders speelde de dure euro de Nederlandse uitvoer parten. We krijgen harde klappen door concurrentie van andere landen op markten die voor Nederland van groot belang zijn, aldus Van Gennip.
Dat de export niet daalt maar stagneert, is in feite te danken aan uitbreiding van de Europese Unie. „Het zijn vooral de nieuw toetredende landen die op dit moment onze exportkar trekken”, aldus de staatssecretaris. Met name de export naar Hongarije en Tsjechië groeit explosief, evenals die naar Rusland.
Niet alleen zijn de exportcijfers van dit jaar slecht, ook de vooruitzichten zijn somber. De wereldhandel groeit volgend jaar naar verwachting met 7 procent, maar de handel in Nederland met slechts 2,5 procent. Alle andere landen van de Europese Unie doen het beter, aldus Van Gennip. Het zijn vooral de hoge arbeidskosten die de producten uit Nederland te duur maken.
Dat Nederland zich internationaal uit de markt prijst blijkt niet alleen uit de stagnerende uitvoer. De afgelopen jaren kwamen ook minder buitenlandse investeerders naar Nederland. Waren de buitenlandse investeringen in 2000 nog goed voor meer dan 5000 arbeidsplaatsen, vorig jaar bleef de teller staan op 1900.
Niet alleen de exportmogelijkheden stemmen Van Gennip positief over de toetreding van Midden- en Oost-Europese landen. „Arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa zullen naar Nederland komen. Het bedrijfsleven heeft er behoefte aan, want er zijn nog veel vacatures waar geen Nederlander voor te krijgen is, zoals in de verpleging, de land- en tuinbouw en het productiewerk.”
Het kabinet is er nog niet uit of die arbeidskrachten snel naar ons land kunnen komen, omdat dit dreigt te leiden tot een toename van sociale uitkeringen. „We studeren nog op een aantal vragen, maar de grondhouding is positief”, aldus Van Gennip.