Campagne gemeenteraadsverkiezingen zorgelijk oppervlakkig
De campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen mist inhoudelijke diepgang. Dat is zorge- lijk, betoogt Arne Schaddelee.
Het zal niemand ontgaan, het is weer verkiezingstijd. En dus buitelen politici over elkaar heen in hun ijver de kiezer te plezieren en het volk te dienen. Pijnpunten worden aan de kaak gesteld, plannen gelanceerd en flyers uitgedeeld. Zo vieren we het feest van de democratie. Volgens politicoloog Krouwel is het echter een feest zonder kleur. Volgens hem is de campagne slap en vluchten kandidaten in dooddoeners. Campagnes zouden vooral intensiever en professioneler moeten worden.
Ik ben het eens met de analyse, maar zijn kritiek is goedkoop en mist iets fundamenteels. Wat mij betreft ontbeert de campagne inhoudelijke diepgang. En dat is werkelijk hoogst ernstig. Nooit eerder was er bij gemeenteraadsverkiezingen zo veel te kiezen als juist nu. Vanaf 2015 krijgt de gemeente een groot aantal extra taken. Gemeenten waren nog nooit zo machtig en zo bepalend voor het dagelijks leven. Juist daarom is het pijnlijk dat de campagne diepgang mist en dat zelfs beginselvaste politici er niet in slagen om het debat op een hoger plan te brengen. Het is ook jammer omdat het slechte reclame is voor de lokale politici. Zij zijn de hardwerkende en onmisbare dragers van onze democratie. Na vier jaar noeste, veelal onzichtbare arbeid verdienen zij het om te schitteren.
Absurditeiten.
”Het behoeft geen studie, kies Rudi” en ”Koen, moet je doen”, waarbij er ook een carnavalsvariant is van Koen. Het zijn helaas geen uitzonderingen. Wie zulke absurde teksten op een poster durft te zetten, maakt zichzelf ook tot mikpunt van spot.
Inhoudelijk is het al niet veel beter. Veel flyers en toespraken beperken zich tot gemeenplaatsen. Het gaat over stoeptegels, hondenpoep en straatlantaarns. En natuurlijk meent iedere kandidaat dat de belastingen lager moeten. Christenpolitici zijn op dit punt geen haar beter.
Maar we mogen deze verkiezingen helemaal niet versmallen tot een platte discussie over parkeertarieven. Het zorgt voor treurige misverstanden als we niet met meer op de proppen komen dan een plan om hondenpoep te bestrijden. Gemeenteraden gaan bepalen wat er met probleemgezinnen gebeurt, hoe werkloosheid wordt bestreden en wat mensen in de bijstand boven het hoofd hangt. Jeugdzorg, werk en (on)zekerheid, uitkeringen; het zijn de grote terreinen waarop gemeenten straks aan de slag gaan. Het zijn ook de terreinen waarop christenen straks het goede moeten zoeken voor hun medemens.
En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit geld gaat kosten. Immers, bij de overdracht van taken heeft het Rijk alvast flinke bezuinigingen ingeboekt. Natuurlijk, gemeenten kunnen dat beter en goedkoper. Maar toch zal er geld bij moeten en zullen er tekorten ontstaan of oplopen. Wie dan in verkiezingstijd belastingverlaging belooft, moet straks pijnlijke bezuinigingen gaan doorvoeren om die belofte waar te maken.
Belastingverhoging
Tegen deze achtergrond is het sterk de vraag of een christen wel voor belastingverlaging kán zijn. Conservatisme raakt in onze kringen steeds meer in zwang. En het is te begrijpen. Met genoegen heb ik het Conservatief Café in Gouda bezocht en lees ik artikelen van conservatieve publicisten. Populair is de uitspraak van Reagan dat de overheid niet onderdeel van de oplossing, maar onderdeel van het probleem is. Een kleinere overheid als ideaal. Met natuurlijk lage lasten. Prachtig allemaal, een zinnig mens kan daar nauwelijks tegen zijn.
Er is echter een groot maar. Als de overheid krimpt, moet er een sterke samenleving klaarstaan om taken over te nemen. Juist op dat punt kan een christen niet gerust zijn. Geloof in het goede van de samenleving, en dus van mensen, is aan een christen niet besteed. We zijn optimistische mensen, we leven immers in een wereld die reeds overwonnen is. Maar toch is de strijd nog niet gestreden en is de angel nog niet uit het kwaad. Midden in die strijd is een overheid gegeven als weerhouder van het kwaad, als hoeder voor dat wat zwak is.
Tal van organisaties doen fantastisch en noodzakelijk werk. Ik denk bijvoorbeeld aan Present, Ontmoeting en vele andere stichtingen. Maar kunnen zij het alleen? Redt het zwakke het wel zonder stevige lokale overheid? Zonder bevlogen en deskundige raadsleden en wethouders? Naar mijn idee zijn dit gevaarlijke fabels. Fabels die het verdienen om bestreden te worden in een stevig debat. Dat debat heeft nog een week om diepgang te krijgen.
De auteur is kandidaat-wethouder voor de ChristenUnie in Houten.