Verbetering binnenklimaat scholen van groot belang
Er zijn interessante constructies die het scholen mogelijk maken om met een kleine beurs toch te werken aan een gezond binnenklimaat, stelt ir. Gert Harm ten Bolscher.
”Kind en leerkracht hebben recht op fris lokaal” was de kop boven een artikel over de luchtkwaliteit in scholen (RD 4-3). In het overgrote deel van de Nederlandse scholen, zelfs recent gebouwde, is het binnenklimaat ronduit slecht, met name in de winterperiode. Er zijn goede oplossingen om leerlingen en leerkrachten frisse en gezonde lokalen te geven. Zelfs in bestaande scholen.
Alleen al vanuit de overweging dat 10 tot 20 procent van de kinderen last heeft van allergische of astmatische klachten, zou een goede luchtkwaliteit een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Dat is helaas niet het geval. De gevolgen van een slechte luchtkwaliteit zijn groot: prikkelbaarheid, oogirritaties, luchtwegirritaties, vermoeidheid, (hardnekkige) hoofdpijn en concentratieproblemen. Ook heeft een slecht binnenklimaat een negatieve invloed op de leerprestaties. Als gevolg van het slechte milieu in de klas zijn dagelijks in Nederland gemiddeld 2000 leraren en 20.000 leerlingen ziek, zo blijkt uit onderzoeken.
In het artikel van 4 maart wordt als oplossing genoemd dat schoolbesturen bij nieuwbouw minder aandacht moeten schenken aan een mooie buitenkant en meer aan een gezonde binnenkant. Voor bestaande scholen moeten schoolbesturen geld opzijzetten om lokaal voor lokaal aan te pakken. Ik denk dat er een betere oplossing is.
Dé manier om het binnenklimaat fors te verbeteren is het aanbrengen van een goed ventilatiesysteem. Dit vraagt echter een investering van 8000 tot 12.000 euro per lokaal, afhankelijk van het aantal lokalen en de specifieke omstandigheden. Daar komt bij dat de systemen een hoger energiegebruik geven, omdat er veel meer geventileerd gaat worden dan in de oude situatie.
In een goed ventilatiesysteem zitten filters die ervoor zorgen dat stof en andere vervuilingen niet naar binnen worden geblazen. Filters moeten jaarlijks worden vervangen, waardoor de onderhoudskosten toenemen. Per saldo betekent een gezond binnenklimaat dus dat een school eerst moet investeren en vervolgens geconfronteerd wordt met hogere energie- en onderhoudskosten. De ervaring leert dat een eerlijk kostenplaatje dan ook niet helpt om investeringen in een goed binnenklimaat te realiseren.
Er zijn oplossingen om dit dilemma te doorbreken. In oudere scholen kan er vaak relatief eenvoudig bespaard worden op het energiegebruik door isolatie van het gebouw, isolerende beglazing, aanpassing van de verwarmingsregeling en aanpassing van de verlichting. Tegelijkertijd kunnen er op daken zonnepanelen geplaatst worden die elektriciteit produceren uit zonlicht.
Uitvoering van deze maatregelen kost inderdaad geld, maar ze geven ook elk jaar lagere energiekosten. Het aardige is dat deze maatregelen zich vaak binnen vijf tot tien jaar terugverdienen. Daar zit de sleutel. Door bijvoorbeeld een lening aan te gaan of ‘spaargeld’ van de vereniging te benutten, kunnen de maatregelen uitgevoerd worden.
Als de lening in vijftien jaar wordt afgelost, worden bij de juiste keuzes voor energiebesparende maatregelen de kosten van aflossing en rente en de hogere exploitatiekosten van het ventilatiesysteem gefinancierd vanuit het verschil tussen de hoge ‘oude’ energierekening en de ‘nieuwe’ lage energierekening. Vanaf het allereerste moment heeft de school dan de beschikking over een goed binnenklimaat tegen gelijkblijvende kosten. Na vijftien jaar is de lening afgelost en krijgt de school behalve een gezond binnenklimaat ook een lagere energierekening. Daarnaast draagt een zuinige school bij aan vermindering van de CO2-uitstoot. Dat is vanuit de gedachte van rentmeesterschap een goede zaak.
Het is belangrijk dat bedrijven die de maatregelen in de school realiseren gedurende minimaal de looptijd van de lening garanderen dat de systemen goed blijven functioneren en de besparingen worden gehaald. Dit vraagt om schoolbesturen met visie en uitvoeringspartijen die verantwoordelijkheid willen nemen voor hun werk. Gelukkig komen er steeds meer voorbeelden van dergelijke oplossingen, die vaak als een zogenaamde ESCo (energieservice company) in de markt worden gezet.
In plaats van een lening af te sluiten bij een bank, gemeente of leverancier is het ook mogelijk ouders te laten participeren in een fonds om de school van de kinderen te verbeteren. Spaargeld brengt bij de bank nauwelijks rente op. Via de voorgestelde optie kunnen ouders hun geld tegen spaargeldrente aanbieden. De school hoeft dan minder rente te betalen, kan eerder aflossen (aan de ouders) of het voordeel gebruiken om te investeren in bijvoorbeeld leermiddelen. Het kost ouders financieel niets, maar de kinderen zitten in een gezond binnenklimaat, de CO2-uitstoot daalt en onder voorwaarden is er ruimte om wat extra’s te doen.
Waar wachten we nog op?
De auteur is betrokken bij verbetering en verduurzaming van (bestaande) scholen.