Veerman voor vissers op de bres in Brussel
Minister Veerman van Landbouw zal de belangen van de Nederlandse visserijsector krachtig verdedigen op de komende Visserijraad in Brussel. Desondanks kan hij niet ver afwijken van het voorstel van de Europese Commissie om de platvisquota drastisch te verlagen.
Dat zei de bewindsman donderdag in een debat met de Tweede Kamer.
Het parlement maakt zich ernstig zorgen over het voorstel van de Commissie om de quota voor platvis (waaronder schol en tong) met 40 procent te verlagen. Veel fracties vrezen de gevolgen die dat zal hebben voor de werkgelegenheid in de visserijsector. Inkrimping van de quota met 40 procent kost 1300 mensen hun baan. „Het is nu zondags rustig in Urk”, zei CDA’er Atsma, „maar straks wordt het daar ook doordeweeks stil.”
Als het commissievoorstel onverkort wordt uitgevoerd, worden de vissers beroofd van hun toekomst, waarschuwde Van der Vlies (SGP). Minister Veerman moet zich daarom keihard opstellen in Brussel, vindt de Kamer. Veerman sluit een directe confrontatie met de Commissie echter uit. „Nederland is een klein land en we kunnen niets dicteren. We hebben de Commissie nodig”, analyseerde de bewindsman.
Aan de inzet van de minister in Brussel hoeft de Kamer desondanks niet te twijfelen, zei Veerman. Hij beloofde de belangen van de visserijsector „krachtig” te verdedigen en het Commissie-voorstel waar mogelijk bij te sturen. „Ik zal verstandig maar vastberaden optreden”, zei de minister.
Er is in Europa geen meerderheid die streeft naar een minder vergaande verlaging van de visquota. Alleen België lijkt op de Nederlandse lijn te zitten. Veerman hoopt echter meer medestanders te krijgen. Hij overlegde daarom deze week met zijn Franse collega, Gaymard. „Als het minder moet, dan wel stapsgewijs”, zei de minister, die ernaar streeft de positie van de sector op langere termijn te handhaven. Een sanering van de visserijsector is niet aan de orde, stelde Veerman. Dat wordt volgens hem pas actueel als blijkt dat de platvisbestanden structureel teruglopen.