De Dow-Jonesindex eindigde 0,4 procent lager op 16.351,25 punten. De brede S&P 500 verloor 0,5 procent tot 1867,63 punten en technologiebeurs Nasdaq leverde 0,6 procent in tot 4307,19 punten.

Voor opening van de beurs bleek dat het vertrouwen in het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de Verenigde Staten in februari is gedaald. De vertrouwensindex van brancheorganisatie NFIB zakte naar 91,4 van 94,1 in januari. Economen hadden een minder sterke daling verwacht. Ook de cijfers over de groothandelsvoorraden en -verkopen in de VS vielen tegen.

De ontwikkelingen op de Krim, waar de ruimte voor diplomatie steeds kleiner lijkt te worden, drukten op de markten. Daarnaast speelden nog steeds zorgen over de Chinese economie mee, waardoor vooral aandelen van grondstoffenfondsen daalden.

Winnaars waren onder anderen enkele detailhandelaren. Kledingketen Men’s Wearhouse kreeg er 5 procent bij na de aankondiging dat er een akkoord was bereikt over de overname van rivaal Jos.A.Bank voor circa 1,8 miljard dollar. Daarmee wordt de op drie na grootste herenkledingzaak in de VS gecreëerd. Jos.A.Bank steeg met bijna 4 procent.

Maar kledingverkoper Urban Outfitters gaf juist ruim 4 procent prijs na een tegenvallend kwartaalbericht. De omzet kwam lager uit dan analisten hadden verwacht.

Winkelketen J.C.Penney boekte wel winst na een positief analistenrapport. De aandelen stegen met bijna 3 procent.

De euro was 1,3863, tegen 1,3860 bij het sluiten van de Europese beurzen. Een vat lichte Amerikaanse olie daalde 1,5 procent in prijs tot 99,58 dollar. Brentolie werd 0,1 procent duurder op 108,21 dollar.