Balkanzending steunt Theologische Faculteit in Servië
KAMPEN. De Nederlandse Stichting Balkanzending gaat alle kosten van de Balkan Theologische Faculteit in Nis (Servië) voor haar rekening nemen. Het betreft zowel onderwijs als gebouw en de kosten van de docenten.
Dat maakte Balkanzendingsvoorzitter ds. C. L. Onderdelinden, oud gereformeerd predikant te Rijssen, zaterdag bekend op de landelijke Balkanzendingsdag in Kampen.
De Balkan Theologische Faculteit in Nis, op 31 oktober vorig jaar geopend, is ontstaan door nauwe samenwerking tussen Servische predikanten, de voorzitter van de Engelse organisatie Pastor Training International, Jeremy Marshall, en de Nederlandse Stichting Balkanzending. De theologische faculteit is bedoeld voor theologische vorming van predikanten, evangelisten en jongerenwerkers in Servië en Macedonië.
De Stichting Balkanzending, in 1985 opgericht door ds. K. Veldman, gedenkt volgend jaar dat ze dertig jaar bestaat. Ds. Veldman, toenmalig hervormd predikant te Staphorst, vertelde zaterdag hoe hij op de Leicesterconferentie in Engeland enkele keren ds. Simo Ralevic heeft ontmoet. „Het klikte tussen ons”, aldus ds. Veldman. Hij schreef hem in 1984 een brief met de vraag hoe hij hem kon helpen.
Die zag de brief als een gebedsverhoring. De kinderen van ds. Ralevic hadden winterkleren nodig, het dak van zijn huis moest gerepareerd worden en er moest een nieuw boekje gedrukt worden om Gods Woord te verspreiden. Zo werd ds. Ralevic volgens de Staphorster predikant ook voorzien in de materiële nood. Een jaar later richtte ds. Veldman de Stichting Macedonië op, ter ondersteuning van de Joegoslavische predikant. In 2001 is de naam van de stichting, mede naar aanleiding van het uiteenvallen van Joegoslavië, veranderd in Balkanzending.
De wereld is één groot knekelveld, stelde ds. Onderdelinden, in zijn openingswoord op de zendingsdag, verwijzend naar Ezechiël 37. Is dat niet het beeld van het zendingsveld en ons aller beeld van nature? zo vroeg hij. Zie echter niet op die dorre doodsbeenderen, maar zie omhoog, naar Hem Die dit knekelveld levend kan maken, vervolgde hij. „Door de levendmakende bediening des Geestes maakt Hij van deze skeletten als het ware dijken. Daarvoor is ook uw gebed nodig”, aldus ds. Onderdelinden.
Ds. K. Veldman sprak over Hosea 14, waar de profeet het absolute oordeel predikt. God treedt ten gerichte. „Hier eindigt de profeet niet”, aldus de hersteld hervormde emeritus predikant uit Alblasserdam. „Hij roept op tot bekering en vraagt: Neem alle ongerechtigheid van mij af en geeft het goede. Hebt u dat ook geleerd, of bent u nog op de reformatorische verbeteringscursus?” vroeg hij de zendingsvrienden.
Ds. A. Verschuure, predikant van de gereformeerde gemeente te Scherpenzeel, mediteerde over Genesis 41. Het beeld van Jozef, die zeer veel koren bijeenbracht, trok de predikant door naar de meerdere Jozef. Jozef bracht koren bijeen om Juda in het leven te behouden. Uit Juda zou immers de Christus geboren worden. „Ga tot Jozef. Met zijn broers moeten we aan de voeten van de meerdere Jozef terechtkomen en mag de Kerk delen in Zijn genade.”
Ds. A. J. Britstra, hersteld hervormd predikant te Maartensdijk, opende de middagbijeenkomst met een meditatie over 1 Timotheüs 1:16, waar Paulus belijdt dat hij het grootste monument van Gods genade is. „Daarin gaat het”, aldus de predikant, „om de vrijheid en de volheid van Gods genade in de toebrenging van de Kerk.” Vandaar, zo vervolgde hij, dat zendingswerk zo belangrijk is.
Voor de kinderen vertelde bestuurslid J. H. Koppelman uit Staphorst een verhaal dat speelde in 1567 in het Belgische Leuven, waar de inquisitie actief was. Een door een pater ontvoerd meisje uit een gelovig gezin was ineens verdwenen. Later werd het kind weer met de vader verenigd en kwam ook de pater tot bekering.
Ds. M. A. Kempeneers, christelijk gereformeerd predikant te Katwijk, besloot de Balkanzendingsdag met een meditatie over Psalm 8. „Als David omhoog kijkt, krijgt hij een indruk van Gods grootheid. Kijkt hij naar beneden, dan roept hij in verwondering uit wat de mens is en dat God nochtans aan hem gedenkt. Wat wordt het wonder groot dat God naar de mens omziet”, zo besloot de predikant de zendingsdag.