Boeren wachten soms te lang om hun opvolging goed te regelen
OMMEN. Boeren moeten hun opvolging op tijd regelen. Anders kan de toekomst van het bedrijf in gevaar komen, waarschuwt Dick van der Horst, melkveehouder in Ommen en voorzitter van CGMV agrariërs.

De boerenleden van de christelijke vakorganisatie hielden vandaag in Zwolle hun jaarlijkse ontmoetingsdag. Die was deze keer gewijd aan het onderwerp bedrijfsopvolging. In de agrarische sector met zijn vele gezinsbedrijven is dat een belangrijk thema.
De landbouw heeft doorlopend te maken met veranderingen in beleid en regelgeving, liet CGMV al in de uitnodiging weten. Dat kan leiden tot emotionele spanningen en conflicten. Ook is het niet meer vanzelfsprekend dat kinderen het bedrijf van hun ouders overnemen. En als ze dat wel willen, doemen er opeens andere obstakels op.
Kunt u een valkuil noemen?
„Een bedrijfsovername is vaak complex en lastig. Boeren moeten vooral op tijd durven kiezen. Ik sprak er laatst over met een collega die al 65 is. „We moeten het er nog over hebben”, zei hij. Terwijl zijn opvolger al jaren meewerkt in het bedrijf. Die collega is gewoon tien jaar te laat. Dat zie je helaas vaker.”
Waar ligt dat aan?
„We zeggen vaak dat boer-zijn niet zomaar een beroep is; het is een manier van leven. Het kost oudere boeren moeite om dat los te laten.”
Wat is het risico als je te lang wacht?
„Dat je in een te korte tijd de overname van je boerderij wilt regelen. Onder druk maak je gemakkelijk brokken. We kennen voorbeelden van familieruzies die daardoor zijn ontstaan. Zelfs de toekomst van het bedrijf kan in gevaar komen. Je ziet dan bijvoorbeeld dat de beoogde opvolger er geen zin meer in heeft en het bijltje erbij neer gooit. Je moet de eventuele andere kinderen in een gezin er vanaf het begin bij betrekken.”
Waarom is dat belangrijk?
„Om goodwill te kweken. Bij de overname van het bedrijf moeten de andere gezinsleden hun broer –of zus, dat komt ook voor– wel wat gunnen, zogezegd. Anders is er voor de opvolger financieel gezien geen beginnen aan. Het alternatief is het bedrijf verkopen en de opbrengst verdelen. Ik weet nog dat ik zelf voor de overname van ons ouderlijk bedrijf stond. Onze accountant vroeg toen of er een familiefeestje aan zat te komen. „Dan kom ik ook en zal ik het de anderen wel uitleggen”, zei hij. Ik was heel blij dat hij dat deed.”
Hebt u zelf uw opvolging al geregeld?
„Ja. Ik ben 62, onze zoon is 32 en zit helemaal in het bedrijf. We hebben een maatschap. Hij werkt al tien jaar mee. De eerste jaren werkte hij nog deels buiten de deur, vijf jaar geleden hebben we de rollen omgedraaid en sindsdien doe ik dat. Ik vind dat je zo’n jongere niet voor de voeten moet lopen. Hij moet zelf beslissingen leren nemen en daarvoor de hoofdverantwoordelijkheid dragen.”