Opinie

Commentaar: Nood in Zuid-Sudan schreeuwt om onze hulp

Dat een land met de grootste nood ook de meeste aandacht en hulp krijgt is eerder ideaal dan werkelijkheid.

Hoofdredactioneel commentaar
6 March 2014 11:23Gewijzigd op 15 November 2020 09:13
MABAN. Oorlogsvluchtelingen in het noordoosten van Zuid-Sudan staan in de rij voor voedselhulp. Foto Jaco Klamer
MABAN. Oorlogsvluchtelingen in het noordoosten van Zuid-Sudan staan in de rij voor voedselhulp. Foto Jaco Klamer

Neem Zuid-Sudan. Wie bekommert zich nog om dit jonge land? (Het scheidde zich in 2011 af van het grote buurland Sudan.) Sinds medio december wordt in bepaalde delen van het land zwaar gevochten en zijn er meldingen van gruwelijke wreedheden.

Woensdag luidden de VN de noodklok vanwege hongersnood die er voor miljoenen mensen op de loer ligt als gevolg van dit geweld. Duizenden mensen zijn sinds eind vorig jaar omgekomen door de oorlog en bijna 900.000 mensen zijn ervoor op de vlucht geslagen. Volgens de VN zijn rond de 4 miljoen Zuid-Sudanezen op hulp aangewezen.

Op de vraag waarom Zuid-Sudan niet de aandacht krijgt die het verdient, past slechts een complex antwoord. Zo gaat het land momenteel schuil achter de naburige Centraal-Afrikaanse Republiek, waar de tamelijk heldere tegenstelling tussen christenen en moslims het land naar de vernieling help. Wordt een stammenconflict zoals in Zuid-Sudan te ingewikkeld, dan haakt toekijkend publiek al snel af: wat niet is te volgen, daar helpen we niet.

Er is ook nog eens sprake van volstrekt onverantwoord gedrag van de kersverse leiders –het huidige staatshoofd Salva Kiir en zijn politieke rivaal Riek Machar– die hun persoonlijke vetes uitvechten alsof het schooljongens zijn en die hun ruzie willens en wetens laten ontaarden in een bloedige stammenstrijd.

Juist in een etnisch verdeeld land als Zuid-Sudan grenst zulk gedrag aan een misdaad tegen de mensheid en zullen de verantwoordelijken daarvoor moeten worden gestraft.

Nu is na tientallen jaren van burgeroorlog vechten een deel geworden van de DNA-structuur van veel Zuid-Sudanezen. Ministeries worden er bevolkt door lieden die zichzelf in een driedelig pak hebben gehesen, maar die enkel weten hoe je je tegenstander moet doden in plaats van overtuigen. De burelen worden bemand door volwassen geworden kindsoldaten die er diep van doordrongen zijn dat ”jezelf kwetsbaar opstellen” gelijk is aan zelfmoord, terwijl zoiets in de wereld van vrede en beschaving juist een eerste vereiste is om verder te komen.

Intussen komt er vanuit dit oord van verschrikking een bijzonder appel aan ons christenen. Zuid-Sudan is voor hen immers geen vreemd land, maar een natie waar het christelijk geloof –hoe aangevochten en aangevreten ook door vijanddenken en heidendom– wortel heeft geschoten. En waar kerken geroepen zijn tot een krachtige tegenstem en tegendaad, die ervan getuigen dat niet onrecht en haat, maar gerechtigheid en vrede de zegen van God hebben.

Dát geluid wordt ook nu nog in Zuid-Sudan gehoord en verdient alleszins onze aandacht en steun.

Om niet te worden meegesleurd met de hypes en slogans van de wereldse media, vraagt het van ons wél extra alertheid. Zoals een moeder haar kind uit honderden stemmetjes weet te ontwaren, zo dienen christenen supergevoelig te zijn voor de roep om hulp van broeders en zusters ver weg.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer