Barneveld, Nederlands ‘kippengemeente’ bij uitstek, heeft een project opgezet om nieuwe markten voor „het product ei” aan te boren. Wethouder Van den Hengel is er verantwoordelijk voor en geeft een toelichting.

Kunnen we zeggen dat de regio Barneveld en het ei onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn?

„Zeker. Pluimveehouders uit de omgeving van Barneveld leveren alle soorten consumptie-eieren: rondeeleieren, vrije-uitloopeieren, scharreleieren. Eieren zorgen voor veel werkgelegenheid in onze gemeente, direct en indirect.”

Dat is niet genoeg?

„Het is een moeilijke markt. Consumptie-eieren brengen al sinds de Tweede Wereldoorlog nagenoeg dezelfde lage prijs op. Ondertussen staan de winstmarges in de pluimveesector, die bijvoorbeeld veel kosten maakt voor verbetering van het dierenwelzijn, voortdurend onder druk. De concurrentie wordt groter doordat de productie van eieren in Oost-Europa toeneemt. Wij vinden dat we meer met het ei als hoogwaardig product moeten doen om onze leidende positie te behouden, en daarmee de werkgelegenheid. Met nieuwe toepassingen en afzetgebieden zijn we als regio niet meer alleen afhankelijk van het consumptie-ei.”

In welke richting denkt u?

„Eieren worden al verwerkt in de gezondheidszorg voor de huidverzorging. Zo worden brandwonden met eiwit behandeld. Maar de eiersector blijft wat innovatie betreft toch beduidend achter bij andere sectoren die al veel ervaring opdeden met het zoeken naar andere toepassingen. Toepassingen die vervolgens ook commercieel succesvol worden benut.”

Zoals?

„Zuivelconcern FrieslandCampina verdient behalve aan yoghurt en toetjes ook veel aan stoffen die het uit de melk haalt. De wei, een restproduct van de kaasbereiding, werd vroeger aan de kalveren gevoerd maar is nu een grondstof voor frisdrank, smaakmaker in lightproducten en een bestanddeel van geneesmiddelen en babyvoeding. In de tuinbouw zie je dat ook. Uit bollen worden bloemen gekweekt maar ook grondstoffen voor verschillende toepassingen gehaald. En uit restafval wordt bio-energie opgewekt.”

Met eieren kan dus ook veel?

„Ongetwijfeld. De farmaceutische industrie kan volgens ons veel meer bestanddelen van het ei in geneesmiddelen verwerken dan nu gebeurt. Cholesterolverlagers bijvoorbeeld. Verder zie ik mogelijkheden bij de fabricage van kunststoffen die gebruikt worden om andere producten in te verpakken.”

Doet de gemeente onderzoek?

„Wetenschappelijke instellingen en ondernemingen in sectoren zoals voedingsmiddelen, gezondheidszorg, farmacie en chemie leggen we de vraag voor wat er precies in een ei zit en wat je daarmee zou kunnen doen. Vooral ondernemingen en kennisinstellingen die vooroplopen met vernieuwingen zijn voor ons waardevolle gesprekspartners. Ik denk aan FrieslandCampina en aan de Wageningse universiteit. Uit die contacten moet duidelijk worden waar de kansen liggen. We hopen dat we in het najaar een goed beeld hebben.”

En dan aan de slag?

„Als gemeente brengen we het proces op gang, daarna laten we het aan de markt over. Biochemici zijn waarschijnlijk heel belangrijk. Een jaar of vijf geleden konden bepaalde zuivere stoffen nog niet uit eieren worden gehaald, nu of in de nabije toekomst mogelijk wel. Als daaruit nieuwe toepassingen voortvloeien, zal er hier wel een ondernemer zijn die het oppakt. Barnevelders zijn immers een nijver volk.”