Met die inzet gaat minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken maandag naar Brussel, waar hij met zijn Europese collega’s zal bespreken hoe ze de de crisis in Oekraïne moeten aanpakken. De bewindsman benadrukte dit weekeinde dat Oekraïners over hun eigen toekomst gaan en zelf hun onderlinge problemen moeten oplossen.

Het kabinet veroordeelt de Russische militaire inmenging in Oekraïne. Door troepen in het land in te zetten, zorgt Rusland voor een escalatie van de problemen. Ook is de Russische provocatie volgens Timmermans in strijd met internationale verdragen en regels waar de Russen zelf op hameren, zoals dat je de grenzen van een ander land niet mag schenden. Als de Russen doorgaan met hun agressie tegen Oekraïne, zullen westerse landen sancties nemen tegen Rusland. Dat zullen vooral economische strafmaatregelen zijn, aldus de minister.

Hij wil in gesprek kunnen blijven met alle partijen, ook met Rusland. De Russische autoriteiten zijn, „hoe onacceptabel hun acties momenteel ook zijn”, nodig voor een politieke oplossing. De Nederlandse ambassadeur in Rusland zal daar voorlopig blijven. Of de Russische ambassadeur in Nederland op het matje moet komen in Den Haag om tekst en uitleg te geven, is nog niet bekend. Sommige politieke partijen, zoals D66, vinden dat Timmermans die diplomatieke maatregel wel moet nemen.

Als sancties of het terugtrekken van ambassadeurs uit Rusland helpen om Rusland uit Oekraïne te krijgen, dan moet dat volgens het CDA gebeuren. Volgens CDA-leider Sybrand Buma is de Russische president Vladimir Poetin een soort „onberekenbare tsaar” aan het worden en moeten westerse landen samen optrekken om te zorgen dat Rusland uit Oekraïne vertrekt. PvdA-leider Diederik Samsom benadrukte dat alle partijen bij het conflict hun hoofd koel moeten houden.

PVV-leider Geert Wilders gooide het over een andere boeg. Volgens hem heeft de EU de ellende in Oekraïne „willens en wetens” aangewakkerd door het land een zogeheten associatie in het vooruitzicht te stellen waaraan velen de verwachting ontleenden dat het land op een gegeven moment tot de EU zou kunnen toetreden.