Opinie

-

Ook nu er een nieuwe pro-Europese coalitie in Oekraïne is, zal Moskou het land niet zomaar opgeven, stelt Jan Marinus Wiersma.

Jan Marinus Wiersma
28 February 2014 10:27Gewijzigd op 15 November 2020 09:05

De villa van de afgezette president Janoekovitsj en wat daar werd aangetroffen vormde een onthutsende illustratie van het cynisme van zijn regime. Zelfverrijking stond blijkbaar boven aan de agenda. Dat verklaart mede waarom het parlement, nadat het met hulp van overlopers uit het presidentskamp onder controle van de oppositie was komen te staan, lak had aan de afspraken die door bemiddeling van drie EU ministers van Buitenlandse Zaken tot stand waren gekomen.

Het is en blijft echter een feit dat de oppositie onmiddellijk de macht greep en niet samen met de president een overgangsregering vormde en besloot verkiezingen niet in december, zoals overeengekomen, maar op 25 mei te houden. In Moskou viel dit zeer slecht en het is nu dan ook een essentiële vraag hoe het verder moet tussen de twee buurlanden. Zeker nu gisteren een eenzijdig pro-Europese coalitie tot stand is gekomen.

Splijtzwam

Bondskanselier Angela Merkel was er niet voor niets als de kippen bij om met collega Poetin te praten over de gebeurtenissen van de afgelopen week die het risico van een breuk tussen Brussel en Moskou met zich meebrengen. Zij beseft dat Oekraïne geen langdurige splijtzwam moet worden in Europa. Ik krijg echter niet de indruk dat de Russische president daarvoor gevoelig is. Hij is opzijgezet in wat hij als zijn regio beschouwt en zal dit niet over zijn kant laten gaan. Zijn woordvoerders spreken harde taal over het nieuwe regime in Kiev en kiezen de kant van de aanhangers van de afgezette president in het oosten en de Krim.

Rusland zint op economische, politieke en wellicht militaire tegenmaatregelen. De geldkraan blijft dicht en het ligt niet in de verwachting dat deze weer opengaat, aangezien zijn ‘vrienden’ niet langer aan de macht zijn. Het Westen moet nu de financiële problemen van Oekraïne maar oplossen, meent men in Moskou. Het lijkt erop dat Rusland het spel hervat dat het speelde tot aan het moment dat Janoekovitsj besloot om het associatieakkoord met de EU niet te tekenen. Het maakte toen met een hogere gasprijs en handelsbeperkingen Oekraïne het leven zuur en hield de regering zo onder druk, tot Janoekovitsj zwichtte.

Moskou is absoluut niet van plan om samen met het IMF, de EU en de VS een pro-Europese regering te steunen. Daar heeft het geen enkel belang bij. Stabiliteit komt op de tweede plaats; het zal alles doen om de inbreuk op zijn invloedssfeer ongedaan te maken. De Russen hopen natuurlijk dat het nieuwe regime geen lang leven beschoren zal zijn, net zoals dat het geval was bij de leiders van de Oranjerevolutie van 2004. Ze wachten af of op termijn de kansen niet zullen keren. Inmiddels kan Rusland blijven rekenen op de steun van een groot deel van de Oekraïense bevolking in het oosten van het land.

Krim

Rusland heeft nog een kaart die het uit kan spelen. Het is erg onrustig in de Krim, waar men het gezag van de nieuwe regering verwerpt. Deze door Russen en Russischsprekenden gedomineerde provincie is in de vorige eeuw door partijleider Chroesjtsjov aan Oekraïne afgestaan. Dit wordt hem nog kwalijk genomen. De Russische Zwarte Zeevloot is er gelegerd. Moskou heeft dus zowel politieke als militaire motieven om zijn greep op de Krim niet te verliezen.

Het beschikt over verschillende opties. De minst waarschijnlijke is rechtstreeks militair ingrijpen om de lokale bevolking te ‘beschermen’. Rusland is ertoe in staat, zoals in 2008 in Georgië bleek, maar de mogelijke internationale repercussies zullen het afschrikken. Het kan er wel mee dreigen en doet dat ook door het aankondigen van militaire oefeningen in het westen van Rusland.

Dat doet denken aan een ander model: naar het voorbeeld van Moldavië. Daar steunt Moskou de separatistische ministaat Trans-Dnjestrië, zonder die overigens formeel te erkennen. Er wonen meer Russen dan Moldaviërs. Het gaat Moskou niet alleen om de bescherming van landgenoten. Net als in het geval van Oekraïne wil het voorkomen dat het land zich bij de EU aansluit. Dat wordt immers moeilijk zolang een deel, hoe klein ook, in handen is van lieden die het centrale gezag niet accepteren.

Omdat de bemiddelaars van de Europese Unie zich bewust waren van deze risico’s bevorderden ze een deal tussen de op Moskou gerichte president Janoekovitsj en de oppositie, in de hoop dat Rusland niet dwars zou gaan liggen. Die insteek is inmiddels helaas door de feiten achterhaald.

De auteur is senior visiting fellow bij Instituut Clingendael en gespecialiseerd in Europese grenskwesties.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer