Bomaanslag op basis VS in Noord-Irak
Zeker 59 Amerikaanse militairen en zes Irakezen zijn dinsdagochtend gewond geraakt bij een autobomaanslag op hun basis in Talafar, 50 kilometer ten westen van de Noord-Iraakse stad Mosul.
Geen van de gewonden is er ernstig aan toe, aldus een woordvoerder van het Amerikaanse leger.
De zelfmoordaanslag werd gepleegd met een auto waarvan de bestuurder door het toegangshek van de basis van de 3e brigade van de 101e luchtlandingsdivisie reed. Militairen die op wacht stonden openden het vuur op de auto, die vervolgens explodeerde.
Enkele uren later blies een zelfmoordterrorist zich op voor de Amerikaanse basis in Husseiniyah, 25 kilometer ten noorden van Bagdad. Bij die aanslag raakten twee Amerikaanse militairen lichtgewond. De man was naar de poort van de basis gelopen zonder te reageren op de stoptekens van de schildwachten. Toen die het vuur op hem openden, blies de man zichzelf op.
Bij Fallujah werd een Amerikaanse verkenningshelikopter getroffen door een raketgranaat, wat de tweekoppige bemanning ertoe dwong een noodlanding te maken. Geen van de bemanningsleden raakte daarbij gewond, aldus het Amerikaanse leger.
Het aantal in Irak omgekomen Amerikaanse militairen sinds de Amerikaans-Britse invasie in maart is opgelopen tot 448. Van hen zijn er 308 gesneuveld bij gevechten of aanslagen.
Bij invallen in een aantal huizen in Saddams thuisbasis Tikrit arresteerden Amerikaanse eenheden dinsdagochtend voor zonsopgang acht verdachten, van wie drie betrokken zouden zijn geweest bij (de voorbereiding van) aanvallen op Amerikaanse militairen en Iraakse burgers.