Zeeuwse visser is blij met toelating pulskor
ARNEMUIDEN. Ruim veertig Nederlandse kotters kunnen binnenkort alsnog worden omgebouwd voor de pulsvisserij. Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) heeft dat gedaan gekregen van de Europese commissaris voor visserij Damanaki. Visser Blaas Marijs uit Arnemuiden is opgelucht.
Eind januari blokkeerde het Europees Parlement onverwachts een toezegging van de Europese visserijministers. Die hadden met Dijksma afgesproken dat Nederland zijn pulskorvloot mocht verdubbelen, van 42 naar 84 schepen. Dinsdag bleek dat Dijksma via een omweg alsnog toestemming heeft weten te verkrijgen: de pulskor mag in het kader van een onderzoeksproject naar duurzame visserijtechnieken op grotere schaal worden getest.
De pulskor is een vistuig dat platvis als tong met behulp van stroomstootjes opschrikt van de zeebodem. De vis zwemt dan omhoog, het net in. Hoewel ‘elektrisch vissen’ al meer dan tien jaar geleden is ontwikkeld, is hiervoor nog altijd een speciale ontheffing van Brussel vereist. Op de wachtlijst staan de twee kotters van de vof Gebroeders H. en B. Marijs uit Arnemuiden: de ARM 20 en de ARM 22. Het zijn grote schepen met lengtes van meer dan 40 meter en zware motoren van 2000 pK. Ze zijn uitgerust met de traditionele boomkor. Daarbij wordt de vis ‘gewekt’ met zware kettingen die met kracht over de zeebodem slepen. Deze techniek ligt onder vuur van de milieubeweging omdat ze het bodemleven zou vernielen. Bovendien zijn de scheepsmotoren enorme brandstofslurpers en olie is tegenwoordig schreiend duur.
De Arnemuidense onderneming is een echt familiebedrijf. De broers zelf zijn op leeftijd en blijven tegenwoordig aan wal, maar de volgende generatie zit elke week op zee: zes zoons van Blaas en een zoon en schoonzoon van Hendrik. Blaas Marijs hoorde het „bijzonder goede” nieuws uit Brussel dinsdagmorgen.
Opgelucht?
„Zeker. We hadden er niet meer op gerekend dat het zo snel nog rond zou komen.”
Hoe belangrijk is de pulskor voor uw bedrijf?
„Heel belangrijk. Met de pulskor kun je veel economischer werken. De kotter gebruikt de helft minder gasolie en de vangst gaat ook omhoog, zeker van tong. Afhankelijk van het bestek (de plek waar gevist wordt, TR) kan dat wel 100 procent schelen. Tong is voor ons de belangrijkste vissoort. Die is goed voor 60 tot 65 procent van de besomming (waarde van de vangst, TR). Daarnaast vangen we onder meer schol, tarbot en kabeljauw.”
Wacht u al lang op de vergunningen?
„Wij staan een jaar of drie op de wachtlijst. Bij de eerste ronde, dat zal ergens in de buurt van 2008 geweest zijn, hebben we niet meegedaan. We zagen de puls toen nog niet zo zitten. In 2009 zakte de olieprijs en hadden we nog een redelijk goed jaar. Daarna ging het alleen maar minder.”
Is de weg nu vrij, ook als het gaat om de financiering?
„Gelukkig staat de bank achter deze investering. Het voorwerk is gedaan, alleen de handtekening moet nog gezet. Het gaat om minstens 8 ton: 350.000 tot 400.000 euro per schip voor het pulstuig en nog eens 80.000 tot 90.000 euro voor aanpassing van een van de motoren. Het materiaal ligt klaar. VCU (visserijcoöperatie Urk, TR) doet de ombouw. Dat kost twee tot drie weken. Ik hoop dat we snel aan de beurt zijn, want iedereen wil nu aan de slag.”
Wat vindt u van het optreden van de staatssecretaris?
„De staatssecretaris heeft haar best gedaan. Geen visserman had hier meer op gerekend. Op de laatste vergadering van VisNed (belangenorganisatie van kottervissers, TR) kregen we te horen dat we misschien nog wel een jaar moesten wachten. Dijksma heeft een pluim verdiend voor haar inzet.”