Slachterij Van Hattem moet vlees van afgelopen twee jaar definitief terugroepen
DEN HAAG. Slachterij Van Hattem uit Dodewaard moet definitief alle partijen vlees terughalen die het de afgelopen twee jaar heeft afgeleverd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) wees maandag een verzoek om de terugroepactie op te schorten van de hand.
Van Hattem had om opschorting gevraagd, omdat al het vlees traceerbaar zou zijn. Volgens de slachterij is de maatregel die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) begin deze maand oplegde „buiten proportioneel”.
De voedselwaakhond gelastte Van Hattem om 28.000 ton vlees –afgeleverd tussen 1 januari 2012 en 23 januari 2014– terug te roepen omdat er mogelijk paardenvlees in is verwerkt. Volgens de NVWA was de administratie niet in orde en kan de voedselveiligheid daarom niet worden gegarandeerd.
Het CBb vindt dat staatssecretaris Dijksma –onder wier verantwoordelijkheid de NVWA valt– terecht heeft opgetreden. „Nu de herkomst van het vlees onvoldoende duidelijk is en er aanwijzingen zijn dat meer vlees het bedrijf heeft verlaten dan er is binnengekomen bestaat het risico dat er partijen ongedocumenteerd, mogelijk zelfs ongekeurd, vlees zijn verwerkt”, aldus de voorzieningenrechter. De rechter spreekt van „een zeer ingrijpende” maar niet disproportionele maatregel.
Bij Van Hattem werken zo’n 70 mensen. Het bedrijf slacht 500 tot 600 runderen per week, 400 tot 500 lammeren en 1000 tot 1500 geiten. Paarden worden er niet meer geslacht. Eigenaar Ben van Hattem zei vorige week tegen vakblad Boerderij dat hij vreest voor de toekomst van zijn bedrijf.