Opinie

Openbare ruimte is zorg van overheid én burger

De zorg voor de kwaliteit van de openbare ruimte is een kerntaak van iedere gemeente. Maar ook de burger moet hier actief bij betrokken worden, vindt mr. Bert Brouwer.

9 December 2003 13:25Gewijzigd op 14 November 2020 00:47

Als de politiek en de burgers samen hun schouders zetten onder het beheer van de publieke ruimte, zal dit een positieve invloed hebben op zaken zoals veiligheid en sociale samenhang.Zorg voor de kwaliteit van de openbare ruimte is een kerntaak van de overheid. Burgers stellen hoge eisen: ze willen geen troep op straat zien, parken moeten schoon zijn en een scheve stoeptegel is uit den boze. Wethouders die meer geld vragen voor onderhoud worden echter genadeloos afgeserveerd: met het thema ”onderhoud” scoor je niet. En ondertussen verloedert de publieke ruimte zienderogen.

De afgelopen jaren hebben gemeenten een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt in het beheer van de openbare ruimte. Veel werk -met name bulkwerk- is inmiddels uitbesteed aan externe partijen, met positieve resultaten. Ook zijn de laatste jaren nieuwe initiatieven ontplooid om burgers met klachten snel en adequaat van dienst te zijn, bijvoorbeeld via speciale telefonische meldpunten (”Nu gebeld, binnen 24 uur hersteld”). Een stap verder gaan initiatieven die burgers rechtsreeks bij het beheer van de openbare ruimte betrekken. Zo ontvangen burgers in de gemeente Ede een vrij besteedbaar budget van 5 euro per persoon ten behoeve van hun wijk. In onderling overleg kan dit bijvoorbeeld worden gebruikt voor de aanleg van een speeltuin, mits zij zelf voor het onderhoud zorgen en elkaar aanspreken op slecht gedrag. Op die manier kan een gemeente structureel besparen op onderhoudskosten.

Versjofeld
Deze positieve ontwikkelingen laten onverlet dat Nederland de laatste jaren is versjofeld. Vooral in sommige grotestadswijken nemen de verloedering en de daarmee samenhangende criminaliteit hand over hand toe. Ook de recente dijkdoorbraak in Wilnis maakt pijnlijk duidelijk dat er veel mis is als het gaat om het beheer van de openbare ruimte. Kleinere symptomen zijn lege blikjes en ander afval dat soms wekenlang op straat blijft liggen.

Waaraan is deze ongewenste situatie te wijten? Globaal genomen kunnen we vier oorzaken onderscheiden, die nauw met elkaar samenhangen: 1. Burgers nemen minder dan voorheen verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte. Zij storen zich bijvoorbeeld aan afval op straat, maar ruimen het niet zelf op („Daar is de gemeente toch voor?”).

  1. Burgers hebben grosso modo geen geld over voor de openbare ruimte.

  2. Politieke partijen hebben veelal het lef niet om leuke dingen te laten wijken voor onderhoud - met onderhoud scoor je niet.

  3. Het beheer van de openbare ruimte in gemeenten wordt niet op rationele gronden aangestuurd.

Dit laatste punt vraagt om toelichting. Uit gesprekken met wethouders van verschillende gemeenten blijkt dat zij belangrijke besluiten over het beheer van de openbare ruimte veelal baseren op vooronderstellingen die ze niet kunnen onderbouwen. Juist omdat die beslissingen vaak flinke financiële consequenties kunnen hebben, roept deze situatie vragen op. Hoe kun je bijvoorbeeld beslissen werk uit te besteden aan een marktpartij als je niet weet hoeveel je eigen mensen per uur kosten? Bedrijfseconomisch is zo’n beslissing niet te verantwoorden. Helaas is dit voorbeeld van toepassing op veel gemeenten. Een ander voorbeeld: veel wethouders gaan er blindelings van uit dat eigen personeel beter in staat is om als de ”ogen en oren” van de gemeente te fungeren dan medewerkers van een ingehuurd bedrijf. „Eigen mensen kennen de gemeente”, zeggen zij. Maar is dat écht zo? En zo ja, wat levert dat op? Kan personeel van een aannemer niet fungeren als ”oren en ogen”? Ook wordt vaak het argument van stal gehaald dat eigen mensen „meer hart voor de zaak” hebben. Men kan dit echter niet onderbouwen met solide argumenten. Kortom, over het beheer van onze openbare ruimte worden beslissingen genomen die gebaseerd zijn op gevoel, niet op feiten.

Nieuw elan
Wil de kwaliteit van de openbare ruimte ook in de toekomst gewaarborgd blijven, dan is een nieuw elan in politiek leiderschap absoluut noodzakelijk. Wethouders en politieke partijen moeten het lef hebben de burgers een spiegel voor te houden: laat zien hoeveel onderhoud kost en hoe een betere kwaliteit bereikt kan worden als iedereen meewerkt. Laat burgers ervaren dat de verantwoordelijkheid gezamenlijk gedragen moet worden. Wijken waar burgers hun verantwoordelijkheid nemen, verdienen extra voorzieningen.

Daarnaast moeten wethouders en politieke partijen het lef hebben om ambtenaren aan te sturen in plaats van andersom. Laat ambtenaren voorstellen doen die gebaseerd zijn op verifieerbare feiten, niet op mooie woorden. Kiest een gemeente voor grootscheepse uitbesteding, dan is het zaak om de toezichtfunctie te organiseren en de eigen mensen hiervoor toe te rusten. Dat gebeurt nu slechts mondjesmaat. Een gemeente moet investeren in een professioneel en goed toegerust team van ambtenaren dat de communicatie met en de aansturing van ingehuurde bedrijven ter hand kan nemen. Alleen dan kunnen gemeenten een volwaardige gesprekspartner zijn voor het bedrijf waaraan zij het onderhoud uitbesteden.

Win-winsituatie
Nog enkele andere aanbevelingen. Colleges -daarbij geadviseerd door hun ambtenaren- moeten de leiding nemen en formuleren wat ze precies willen als het gaat om het beheer van de openbare ruimte, hoeveel geld ze daarvoor overhebben en wat de burger er concreet van mag verwachten. Colleges moeten hun visie, werkwijze, kosten en resultaten duidelijk communiceren naar de burger. Experimenten zoals in Ede, waarbij bewoners medeverantwoordelijkheid krijgen (en nemen) voor hun eigen wijk, verdienen navolging.

De openbare ruimte zal de komende jaren nog meer dan nu een rol gaan spelen in het publieke debat. Bij afnemende budgetten en een kritischer wordende burger is het zaak dat de wethouders de regie in dezen stevig ter hand nemen. Als de politiek en de burgers samen hun schouders zetten onder het beheer van de publieke ruimte, zal dit een positieve invloed hebben op andere belangrijke zaken, zoals veiligheid en sociale samenhang. Een win-winsituatie dus, waar zowel burgers als bestuurders baat bij hebben.

De auteur is als interim-manager van Talent Support betrokken geweest bij uitbestedingstrajecten van gemeenten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer