Ramp ’53 in 2003 nationaal herdacht
De nationale herdenking van de watersnoodramp vindt plaats op 1 februari 2003, vijftig jaar na dato, in Oude-Tonge in Zuid-Holland en in het Zeeuwse Ouwerkerk.
Het is de bedoeling later dat jaar de buitenlandse hulpverlening na de ramp te belichten, waarbij Tholen en Brabant centraal staan.
Dat heeft Delta 2003 maandag bekendgemaakt. Delta 2003 is het samenwerkingsverband van de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Brabant, dat het programma voor de herdenking heeft opgesteld. De organisatie heeft koningin Beatrix voor de nationale herdenking uitgenodigd.
In Oude-Tonge vindt op 1 februari 2003 een herdenkingsdienst plaats. In Ouwerkerk is een bijeenkomst in het watersnoodmuseum gepland. Het museum is ingericht in een van de vier laatste caissons die de dijken van Schouwen-Duiveland na de ramp dichtten.
In het kader van de herdenking van de buitenlandse hulp na de ramp wil streekmuseum De Meestoof in Sint Annaland aandacht besteden aan de houten woningen die de Scandinavische landen na de watersnood aanboden. In verschillende plaatsen in Zuidwest-Nederland staan nog dergelijke woningen. Het streekmuseum wil een Noors huis uit Stavenisse verplaatsen naar het museumterrein. Ook wil De Meestoof het gebouw inrichten zoals het er in de jaren vijftig uit zag.
De precieze invulling van het programma gebeurt in overleg met het koninklijk huis. Volgens projectcoördinator A. Holland van Delta 2003 was het organisatorisch niet mogelijk alle drie de getroffen provincies bij de nationale herdenking te betrekken.
Bij de ramp in 1953 verdronken in genoemde provincies 1835 mensen en tienduizenden dieren. Ongeveer 100.000 mensen werden geëvacueerd en brachten noodgedwongen maanden elders door omdat de stormvloed hun woning had verwoest of beschadigd.