„Vroeger was de tandarts enger”
RIDDERKERK (ANP). De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) viert vrijdag haar 100ste verjaardag in de Ridderzaal in Den haag. Het thema is ‘Lang leve een gezonde mond’. Hoe zit het met de mondzorg in Nederland? Vier vragen hierover aan tandarts en implantoloog Aad van der Helm uit Ridderkerk.
Wat zijn belangrijke ontwikkelingen van de afgelopen 100 jaar?
Na de Tweede Wereldoorlog is de halfjaarlijkse tandartscontrole ingevoerd. Daarvoor ging je pas naar de tandarts als er een probleem was. Maar na de oorlog gingen mensen preventief naar de tandarts, om hun gebit te laten ‘saneren’ zoals dat toen heette. Een andere grote doorbraak is de implantologie. Daardoor hoeft eigenlijk niemand meer zonder tanden te lopen. Een tandimplantaat is van titanium en zit, in tegenstelling tot een kunstgebit, vast in de mond. Het is ongekend populair, vooral bij mensen met een kunstgebit. Maar ook 80-plussers gaan nog over op implantaten, gewoon omdat ze dan fijner kunnen eten.
Gaan mensen vaak genoeg naar de tandarts?
Er is een nieuw beeld aan het ontstaan. Je ziet tegenwoordig weer mensen rondlopen die bijvoorbeeld een voortand missen. Of jongeren komen met een afgebroken tand naar de praktijk met de vraag of ik de tand wil trekken. Dat is echt een gevolg van de crisis. Mensen hebben minder geld, gaan minder naar de tandarts en het aantal dure behandelingen daalt.
Zijn de gebitten nu beter dan vroeger?
De gebitten van jongeren zijn nu echt een groot probleem door erosie. De oorzaak daarvan zijn de frisdranken en ‘breezers’ die de jeugd drinkt. Het zuur in de drankjes lost het glazuur van de tanden op en in het ergste geval houdt iemand kleine donkere tandjes over, omdat de witte buitenlaag van de tanden is verdwenen. Het zou daarom heel erg zijn als de gratis tandartszorg voor kinderen zou ophouden.
Is de tandarts tegenwoordig minder eng?
Vroeger had je de schooltandarts die met de bus voor de school kwam staan, ja dat was echt de boeman. De kindjes liepen dan een voor een huilend de klas uit naar de bus. Het probleem van de tandartsbus was dat er geen ouders waren, dat was helemaal fout. Ja, de tandarts was vroeger wel degelijk enger. Het was toen zitten, mond houden, en van verdoving was geen sprake. Nu krijgen tandartsen psychologische training, er wordt veel beter gecommuniceerd naar patiënten.