De groei bedroeg 2,8 procent en kwam voort uit een „bescheiden” toename van 1 procent in EU-lidstaten en een „verbluffende” stijging van 9,6 procent in landen buiten de EU als Turkije, Rusland, Noorwegen en IJsland. Volgens directeur Olivier Jankovec van ACI Europe was er gedurende het jaar sprake van een gestage groei, opkrabbelend van min 1,6 procent in januari naar een stijging van 5,5 procent in december.

ACI is „voorzichtig optimistisch” voor dit jaar. Tegenover „hoopvolle signalen” dat de Europese economie blijft herstellen, staan negatieve zaken als een vliegtaks in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk.