Commentaar: Israël moet Turkije geen compensatie betalen voor entering Gazavloot
Het is bijna zover. Als we tenminste de Turkse media moeten geloven. Israël zou op het punt staan miljoenen dollars te betalen ter compensatie van de entering van het schip Navi Marmara, in mei 2010. Daarbij kwamen negen Turkse staatsburgers om het leven.
Israël zwijgt vooralsnog in alle talen over de ophanden zijnde deal. De kwestie ligt uitermate gevoelig. Herstel van de banden met Turkije is de Joodse staat een lief ding waard. Maar niet ten koste van alles.
Turkije wil niet alleen geld zien. Ankara eist ook de Jeruzalem erkent dat het bestormen van de Navi Marmara een „onrechtmatige daad” was. En dat gaat Israël terecht een stap te ver.
Het is bijna vier jaar geleden. Dus nog even de feiten op een rij. De Turkse hulporganisatie IHH, die bij inlichtingendiensten geldt als een instantie die banden heeft met Hamas, al-Qaida en de taliban, stuurde in mei 2010 de Navi Marmara, samen met een handvol andere schepen, naar de kust van de Gazastrook.
De vloot, met honderden actievoerders aan boord, moest de omstreden Israëlische blokkade van de Gazastrook doorbreken. De Joodse staat controleert de maritieme bewegingen rond het gebied op de aanvoer van wapentuig. En niet zonder reden, zo is inmiddels ruimschoots gebleken.
De actievoerders, opgezweept in radicale toespraken, waren door Israël gewaarschuwd – in niet mis te verstane bewoordingen. Toch zetten ze door. Met als gevolg dat de Israëlische marine de vloot op 31 mei 2010 enterde. De Turkse lezing luidt dat Israëlische commando’s al begonnen te schieten voor ze aan boord kwamen.
De werkelijkheid, vastgelegd op filmbeelden, is dat activisten de soldaten met messen en ijzeren staven te lijf gingen en hen in zee probeerden te gooien. De commissie-Turkel bepaalde bijna een jaar later dat de militairen legaal en uit lijfsbehoud hadden gehandeld.
Dat er bij die actie negen doden vielen, is natuurlijk tragisch en betreurenswaardig. Maar hier gold wel nadrukkelijk: een gewaarschuwd man telt voor twee.
Dat Israël voor de verdediging van zijn militairen miljoenen dollars zou moeten betalen, is natuurlijk te gek voor woorden. De Turkse staat had destijds zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en de Gazavloot moeten verbieden uit te varen. Al was het alleen maar op basis van een objectieve risico-inventarisatie.
De werkelijkheid was helaas anders, met alle gevolgen van dien. De vraag is daarbij of de islamistische AK-partij van de Turkse premier Erdogan met deze actie niet eindelijk haar ware gezicht liet zien.
Hoe dan ook lijken beide landen uit te zijn op een herstel van de betrekkingen. Turkije neemt daarbij in de woorden van vicepremier Bulent Arinc met niets anders genoegen dan een officiële Israëlische erkenning dat het land een onrechtmatige daad heeft begaan. In combinatie met een forse financiële genoegdoening, uiteraard.
Die miljoenen aan schadevergoeding komen er waarschijnlijk wel, met of zonder schulderkenning. Belangen zijn in deze wereld nu eenmaal te koop.