China werkt concurrentie op de zenuwen
Sinds China in 2001 lid werd van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) probeert het zo weinig mogelijk de aandacht te trekken. Toch lijkt de Aziatische reus nu definitief uit de gratie bij de concurrerende handelsblokken in Europa en de VS. Het ”mercantilistische” China krijgt het verwijt met een ondergewaardeerde munt zijn export te stimuleren en tegelijk te treuzelen met het openen van zijn markt voor buitenlandse producten en investeerders.
De Chinese yuan is sinds 1995 gekoppeld aan de dollar met een koers (8,28 yuan per dollar) die volgens schattingen minstens 15 tot 25 procent ondergewaardeerd is. Sommigen spreken zelfs van 40 procent. De zwakke yuan geeft Chinese exporteurs een enorm prijsvoordeel. De uitvoer steeg in de eerste negen maanden van 2003 tot 308 miljard dollar, 32 procent meer dan het jaar ervoor. Het handelstekort van de VS met China is intussen opgelopen tot 12,7 miljard dollar.
In de VS staan verkiezingen voor de deur en neemt het ongenoegen over de houding van China toe. Het Rijk van het Midden is snel op weg de ”fabriek van de wereld” te worden, zo luidt het, wat ten koste gaat van Amerikaanse banen en marktaandeel. Tijdens een bezoek aan Peking had VS-handelsminister Donald Evans het over „doorgestoken kaart.” Zonder wederzijdse markttoegang zijn normale relaties „erg moeilijk”, aldus Evans.
China ontkent dat het treuzelt met de marktopening die het land twee jaar geleden moest beloven om lid te worden van de WHO. Producenten over de hele wereld klagen over een erg selectieve liberalisering van de economie. Exporteurs van sojabonen worden bijvoorbeeld geconfronteerd met bureaucratische vertragingsmanoeuvres. Landbouwexporteurs in het algemeen moeten afrekenen met dubbelzinnige normen voor voedselveiligheid en ook autoproducenten krijgen hun waar moeilijk verkocht.
Daarbij komt nog de bloeiende sector van de Chinese illegale software- en muziekpiraterij. Het lakse regime heeft Amerikaanse houders van auteursrechten vorig jaar 1,9 miljard dollar gekost, aldus Evans.
De protesten zijn een teken van ongerustheid over de groeiende economische en politieke invloed van China in Azië. „De Amerikaanse politici zijn gealarmeerd”, gaf VS-vertegenwoordigster Charlene Barshefsky toe. De VS blijven de grootste handelspartner van Azië, maar de handel tussen China en Azië groeit als nooit tevoren.
De Chinese econome Cheng Siwei vindt de Amerikaanse klachten onterecht. De Chinese uitvoer mag dan met 32 procent zijn gestegen, in dezelfde periode steeg de invoer met 40,5 procent. „De VS fixeren zich te veel op onze uitvoer”, zegt Siwei, „maar wat over onze invoer? We kunnen niet met al onze partners een handelsevenwicht nastreven.”
China’s toenemende vraag naar grondstoffen doet bij leveranciers in Australië, Maleisië en Zuid-Korea de kassa’s rinkelen. „Heel wat Japanse, Zuid-Koreaanse en Taiwanese bedrijven hebben hun activiteiten naar China verplaatst, wat bijdraagt tot meer import”, zegt professor en WHO-onderzoeker Zhang Hanlin.
Om het Amerikaanse ongenoegen te sussen en een handelsoorlog te vermijden heeft Peking akkoorden ondertekend om voor 1,7 miljard dollar Amerikaanse vliegtuigen, auto’s en bijhorende motoren aan te kopen. Bovendien krijgen Chinese bedrijven vanaf 1 januari 2004 minder belastingsverlaging voor producten die ze in het buitenland hebben verkocht. Ten slotte gebruikt China zijn grote deviezenvoorraad van 356 miljard dollar om meer Amerikaanse schatkistcertificaten te kopen, wat Amerikaanse investeerders extra investeringskapitaal oplevert.