Commentaar: Debatteren over bestaan van God onmogelijk werk
Was het een debat of een steekspel? Die vraag kan achteraf gesteld worden naar aanleiding van de discussie, deze week in Amsterdam, tussen twee atheïsten en twee christenen. Centraal stonden twee vragen: Is het geloof in God redelijk? En: Is massaal ongeloof funest voor de samenleving?
Eindconclusie van de toehoorders was: Niemand heeft gewonnen. Het ene duo overtuigde het andere tweetal niet. Eigenlijk ging het slechts om uitwisseling van standpunten. De argumenten die de een aandroeg, werden onmiddellijk door de opponent van tafel geveegd. En omgekeerd. Van toenadering was beslist geen sprake en geen duo kan zeggen de ander schaakmat te hebben gezet.
Verrassend is die uitkomst niet. Niemand had echt verwacht dat de atheïstische filosofen Boudry en Philipse zich door de theoloog Paas of de filosoof Peels –beiden christen– zouden laten overtuigen. Evenmin was te veronderstellen dat de twee christenen hun geloof zouden afzweren. Dat laatste is maar gelukkig ook.
Vreemd is dat ook niet. Wie probeert met redelijke argumenten het bestaan van God te verdedigen, weet dat je wellicht een eind kunt komen maar nooit het allesbeslissende redelijke argument kunt aanvoeren. Niet voor niets zei de Britse evangelicale theoloog Alister McGrath: „Uitspraken over God zijn altijd geloofsuitspraken, zelfs die van een atheïst.”
Tegen die achtergrond moet dan ook het standpunt van de befaamde Britse theoloog Martin Lloyd-Jones worden gezien die nooit inging op uitnodigingen voor een debat over het geloof in God. „Over het bestaan van God wordt niet gediscussieerd. Dat is geen onderwerp voor een debat”, zo was steevast zijn antwoord.
Christenen beseffen terdege dat het spreken over God altijd tekortschiet. Dat zullen Paas en Peels zich ook gerealiseerd hebben. Ons menselijk brein en onze woorden zijn nooit toereikend om de grootheid van God te omschrijven. En zeker het verdedigen van het geloof in God tegenover ongelovigen is eigenlijk onbegonnen werk. Calvijn zei niet voor niets: „Buiten Christus is God voor ons mensen een labyrint waarin je verdwaalt.”
Is daarmee elk debat bij voorbaat zinloos? Dat niet, mits men de beperkingen zich maar realiseert. Het geloof in God is uiteindelijk niet te beredeneren. Tegelijk zullen christenen zich meer en meer moeten realiseren dat de moderne, sterk geseculariseerde samenleving hen steeds meer zal vragen rekenschap van hun geloof te geven. Tegen die achtergrond is de discussie die Paas en Peels aangingen moedig te noemen en positief te waarderen. Te vaak zwijgen christenen in het publieke debat. Maar daarbij zal meer de toevlucht genomen moeten worden tot het tonen van wat het geloof voor jou persoonlijk betekent, dan tot het beredeneren op grond van rationele argumenten. Daarnaast is het zeker van belang om ook en vooral de manco’s van het ongeloof bloot te leggen. Die zijn wel rationeel aan de kaak te stellen. Ongeloof is wishful thinking. Augustinus zei al: „Niemand loochent God dan alleen hij die er belang bij heeft te veronderstellen dat Hij niet bestaat.”