Opinie

Christen kan kwaad niet aanvaarden

Moeten we niet gewoon met het kwaad leren leven?

Dr. J. H. van Doleweerd
31 January 2014 14:35Gewijzigd op 15 November 2020 08:34
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

Het kwaad is in de gestalten van lijden en zonde in het leven van de mens zeer prominent en onuitroeibaar aanwezig. Je kunt je geen situatie voorstellen waarin het afwezig is. Niemand kan om het kwaad heen. Er is geen leven zonder schaduwzijde. Zou je er daarom niet beter aan doen je ogen maar te leren sluiten voor schendingen van het leven, voor de gevolgen van rampen, voor de tirannie van dictators, voor de zonde en het lijden dat daaruit voortvloeit? Of misschien het kwaad leren aanvaarden en je gaan richten op goeddoen in je eigen leven? Het kwaad is immers toch niet uit te roeien?

Evenwicht

Een populaire praktische benadering zegt dat je slechter af zou zijn zonder het kwaad. Gezondheid en ziekte wisselen elkaar nu eenmaal af. Het licht heeft de duisternis nodig om licht te zijn. Zoals je lichaam niet kan functioneren zonder darmen, kan de wereld ook niet zonder het kwaad. Het leven zou stilvallen. Feitelijk is de situatie optimaal als er van beide evenveel is, om het in evenwicht te houden. Evenveel goed en evenveel kwaad. En als het kwaad je treft: wees geduldig, na het zure komt het zoet. Na het lijden waardeer je de vreugde des te meer. De Griekse oudheid gebruikte hiervoor het beeld van een hond. Een wijs mens is als een hond die vrijwillig meeloopt. De dwaas is als een hond die een andere kant op wil en wordt meegesleurd.

Alle religies geven een antwoord op de vraag van het kwaad en niet zelden overlappen de benaderingen elkaar. Voor een hindoe is het kwaad er gewoon. Door identificatie met het hogere en door je plicht te doen, kun je jezelf losmaken van zijn invloed. Voor de meeste islamieten is het kwaad niet zinloos. God heeft er een bedoeling mee. Allah beoogt met leed altijd het goede, al geeft de Koran ook aanwijzingen ter verlichting van het leed. Boeddhisten dringen aan op het verkrijgen van inzicht in de oorzaken van het kwaad. Door middel van inzicht en de juiste houding kun je aan het kwaad ontsnappen. Je probeert als het ware de pijl van het kwaad uit je leven te trekken zodat de pijn stopt en er geen gif meer doorsijpelt.

Maar christenen sluiten geen vrede met het kwaad. Zij kunnen God loven omdat Hij heilzaam lijden op hun pad bracht. Lijden en tegenspoed zijn dan onderdeel van de christelijke voorbereiding op de eeuwige gelukzaligheid. Maar het kwaad en het lijden als zodanig kunnen zij niet in berusting aanvaarden, ondanks de wetenschap dat alle dingen aan God onderworpen zijn, ondanks het feit dat het kwaad een hoger doel kan dienen.

Verontwaardiging

Waarom zet een christen zich in voor de naaste die getroffen wordt door het kwaad? Waarom kan een christen het lijden in eigen leven niet aanvaarden als iets wat er gewoon bij hoort? Waarom uit een christen zijn verontwaardiging wanneer hij geconfronteerd wordt met allerlei gestalten van het kwaad? Ik geef drie redenen.

Allereerst omdat het kwaad een gemis aan een vereist goed is („carentia boni debiti”), volgens de definitie van Anselmus (1033-1109). Het goede is dan het goddelijk goed, namelijk dat wat overeenstemt met Gods wil. God alleen is goed. Kwaad is het gemis van het oorspronkelijke goede en volmaakte in het leven van een mens en in de wereld.

Vanwege dit gemis past kwaad niet in het levensdoel van een christen: het leven tot eer van Hem. Kwaad dat zich in allerlei gestalten voordoet, ontluistert het door God bedoelde leven. In de wortel bezit het kwaad geen goed, het onteert God, de Schepper van alle leven. De bekende definitie van zalig maken uit het catechisatieboekje van Abraham Hellenbroek (1658-1738) ligt in lijn met deze gedachtegang: zalig maken is verlossen van het grootste kwaad en brengen tot het hoogste goed.

In de tweede plaats acht de christen zichzelf als deel van de mensheid verantwoordelijk voor het kwaad in de wereld. Hij ervaart een existentiële en collectieve schuld. Het kwaad heeft alles met de zondeval te maken. Daarom kan een christen het kwaad niet onverstoorbaar aanzien. Hij heeft het kwaad en alles wat eruit voortvloeit, leren haten omdat het tegen God en Zijn bedoeling met het leven ingaat. Daarom kan hij niet in het kwaad berusten, ook al kost het hem inspanning ertegen te strijden. Dat is ook de reden dat christenen niet alleen troost bieden aan de mensen zonder helper en bekendstaan om de vele werken van barmhartigheid, maar zich ook inspannen om armoede, onderdrukking en machtsmisbruik tegen te gaan.

In de derde plaats belijdt de christen dat in Christus en Zijn dood en opstanding het kwaad is overwonnen. Ziekte, verdrukking, onderdrukking, smarten, angst en zonden van anderen werden op Jezus gelegd. Hij nam ze mee de dood in. Hij deed zo verzoening over het kwaad en in Zijn opstanding toonde Hij over het kwaad de Verlosser en Overwinnaar te zijn. Ieder mens nu die in Hem gelooft zal aan het kwaad niet ten onder gaan, maar het eeuwige leven hebben. Voor de christen ligt in de diepte van dit plaatsvervangend lijden zijn verlossing. Op deze aarde in beginsel, maar in de eeuwigheid na dit leven volmaakt. Er is hiervoor een zeer hoge prijs betaald als een uitdrukking van zeer hoge liefde van de volmaakt goede God. Een christen die leeft vanuit dit grondbeginsel kan en wil zich niet verzwageren met het kwaad in eigen leven en in de wereld. Het komt niet overeen met zijn levensdoel en dat zal hij altijd blijven voelen, hoezeer het kwaad hem ook omringt.

Geduld

Maar leert de Bijbel ook geen lijdzaamheid? En komt zo’n houding dan niet overeen met de aloude stoïcijnse onverstoorbaarheid? In het geloof ondervindt de christen de troost van zowel Gods vaderlijke hand, die zelfs het kwaad in zijn leven ten beste keert, alsook de verzoening over dat kwaad in Jezus Christus. Dit is geen onbewogen berusting. Het haalt de angel weg uit het kwaad en schenkt de ervaring van Gods genade. Dat is de ene kant. Maar tegelijkertijd kan een christen het kwaad nooit los zien van zijn wortel. Hij is er een vijand van omdat hij met een hoger doel geschapen is en zal zijn gehele leven strijden tegen het ontbreken van het vereiste goed in zijn leven en in de wereld. Totdat hij de heerlijkheid volmaakt zal aandoen en de volle vreugde in God zal ontvangen.

Dr. J. H. van Doleweerd, missioloog en theologisch docent en werkzaam voor de Zending Gereformeerde Gemeenten in Indonesië. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl


Literatuur

W. ter Horst, Over troosten en verdriet. Kampen: Kok (2e dr.)

M. Sarot, Religie in de spiegel van het kwaad. Naar een comparatief theologische benadering van het kwaad. Almere: Parthenon 2013

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer