De stille kracht van water
Lenteavond in de antieke colonnade van Karlovy Vary. Hoog in de lucht schreeuwen de zwaluwen: morgen opnieuw mooi weer. In de Teplá, het riviertje waarlangs de stad aan twee kanten is gebouwd, nemen forellen springend een trede van de vistrap. Op de trottoirs trekt de parade der drinkkannetjes voorbij. Aan de gezichten te zien is kuren een bloedserieuze aangelegenheid. „Ik weet nu waarom die man zo kijkt. Het is al z’n zesde kannetje warm zout water vandaag.”
De weg van het fameuze Grandhotel Pupp naar de stad is eenvoudig. Even het gietijzeren bruggetje over, gelijk linksaf en daar doemt meteen de belangrijkste bron van Karlovy op: de Vridlo (Sprudel). Per minuut perst zich 2000 liter water omhoog in een enorme straal. Vanuit het door zouten en mineralen aangekoekte opvangbekken wordt het water verdeeld over de verschillende tappunten in de hal. Als de avond valt, gaat de ’kraan’ van de overkoepelde bron dicht en lopen de warme kubieke meters rechtstreeks in de Teplá. Stoomwolken waaieren door de straat.
De kenners -of wat er voor doorgaat- kibbelen onderling over de vraag welke van de drie bekende West-Tsjechische kuuroorden het mooist is. Om daarover ook maar iets zinnigs te kunnen zeggen, moet je ze in elk geval alle drie bezoeken. Om daarna vast te stellen dat een objectieve vergelijking niet valt te maken. Ze lopen qua karakter ver uiteen en zijn elk op hun eigen manier prachtig.
Karlovy Vary, Mariánské Lázne, Frantiskovy Lázne. Of: Karlsbad, Marienbad en Franzenbad. Het eerste ligt in de heuvels van Noordwest-Bohemen in het dal waar het riviertje de Teplá (Tsjechisch voor warm) uitmondt in de Ohre. Het tweede ligt wat zuidelijker en westelijker, onder aan de zuidelijke flank van een bergkam. Het derde ligt ongeveer 5 kilometer ten noorden van de westelijke grensplaats Cheb.
Naam en faam
Karlovy Vary heeft in elk geval de meeste naam en faam. Met de omgeving meegerekend liggen er zo’n tachtig warme bronnen. Het zout- en zwavelhoudende water werkt heilzaam bij spijsverterings- en stofwisselingsproblemen. Welgestelden en beroemden zochten er al in de 18e eeuw hun heil. Tsaar Peter de Grote, Goethe, Schiller, Beethoven, Brahms, Tolstoj en Smetana - allen streken ze er neer en tapten hun kannetjes. Twaalf bronnen liggen er ín de stad. Genummerd en van opschriften voorzien. De een 60 graden Celsius, de volgende 65 of 72. Voor je het weet brand je flink de mond.
De reputatie van Karlovy Vary gaat terug tot de 14e eeuw. In de colonnade hangt de ontstaansgeschiedenis verbeeld. Karel IV ontdekte tijdens een hertenjacht de bronnen. Zijn hond liep verwondingen op bij de jacht, maar eenmaal in aanraking met het water, genazen die zeer snel. Een beeldje op een rots buiten de stad herinnert aan de gebeurtenis, alleen is het hert ingeruild voor een gems, en dit dier werd uiteindelijk het symbool van de stad.
In het straatbeeld valt direct op wat onze Tsjechische gastvrouw eerder vertelde. Links en rechts op de trottoirs en aan de gevels prijken reclameborden en restaurantmenu’s met aanduidingen in het Russisch. Sinds 1989 is sprake van een ware Russische invasie in Karlovy Vary. Hoewel de bedoelingen van de Russen dit keer anders zijn dan ze eerder in de recente historie waren, ervaren veel Tsjechen de agressieve aankoop van onroerend goed toch als een regelrechte overval.
Maffialiefje
Naar verluidt is het vooral veel maffiageld dat wordt geïnvesteerd in de prachtige panden. Een niet zo vleiende bijnaam van Karlovy is inmiddels ”Klein Rusland”. Op het moment dat er een goudbehangen blonde ’schone’ nadrukkelijk heupwiegend voorbijgeurt, ligt de associatie ”maffialiefje” voor de hand. Karlovy schaart zich, aldus veel Tsjechen, steeds nadrukkelijker in het rijtje waarin ook namen als St. Moritz (Zwitserland) en het vorstendom Monaco voorkomen.
Kwamen gedurende de Russische overheersing slechts enkele VIP’s naar de kuuroorden, nu kopen Russische investeringsmaatschappijen rechtstreeks of via Tsjechische ”dekmantelmaatschappijtjes” alles wat los en vast zit. Navraag leert dat van alle luxe hotels in het kuuroord slechts het schitterende ”Pupp” níét in vreemde handen is.
Wie Karlovy Vary bezoekt, kan er -als het ook maar éven kan lijden- eigenlijk niet omheen een of meer nachten in Pupp te verblijven. De ”Park”-zijde heeft vier sterren, het ”Grand”-gedeelte vijf, maar in grandeur ontlopen ze elkaar niet veel. Tot en met de parkeerwachter op het voorplein gaat men strak in livrei, maar wie in korte broek langs de receptie komt, ontvangt geen afkeurende blikken.
Keerzijde van al die rijkdom is wel dat de fles mineraalwater in het stalletje bij de nabijgelegen bushalte 2 euro kost, het viervoudige van de prijs die elders geldt. Voor wie de Pupp-prijzen -vanaf 150 euro per nacht- te dol vindt, zijn er in de nabije omgeving ook prachtige alternatieven die slechts een fractie kosten van dat bedrag. De man achter de receptie is zelfs bereid die op te zoeken. Een prima bed & breakfast op een paar busminuten afstand komt op 13 euro per nacht.
Trolleybus
Mariánské Lázne is een ander verhaal. Na een adembenemend mooie busrit vanuit Karlovy Vary wacht de trolleybus, die vanaf het hoofdstation de hele langgerekte en groene stad bedient. Zwartrijden is er niet bij, elke instapper koopt of stempelt zijn kaartje in de zuil naast de bestuurder. Omgerekend een paar dubbeltjes verder wacht de schoonheid van het jongste kuuroord, stammend uit het begin van de 19e eeuw.
Marienbad heet de mooiste stad van Bohemen. Volgens de Trotter-reisgids Tsjechië en Slowakije hangt er in de wijk Lázeòská kolonáda „een romantische sfeer waarvan je bijna melancholisch zou worden.” Nu, dat klopt wel zo ongeveer. Ook in Mariánské Lázne was sprake van een parade der beroemde mannenbroeders. Schrijvers als Toergenjev, Gorki, Dostojevski, Kipling, Twain en Zweig kwamen er herstellen van hun zware geestesarbeid, net als een keur van componisten. Chopin, Beethoven, Wagner, Weber, Liszt, Strauss en Dvorák zaten er rond de fonteinen en deden er kracht en inspiratie op voor nieuwe scheppingen. Of ze hun drinkkannetjes ook in bewaring gaven achter de toog met een gezellige dame -die eerst niet, „te dik”, en later toch wel op de foto wil- vermeldt de historie niet. Afvallen kan hier trouwens ook.
De banken rond de grootste waterpartij aan het einde van de beroemdste neobarokke colonnade lijken deze lentemiddag bezet met louter Nederlanders. Een echtpaar uit Mokum, een stel uit Haarlem, een verpleegster uit Bovenkarspel met haar eigen verhaal over warme bronnen en de gevolgen daarvan: veel doden en zieken na de Westfriese Flora. De Tsjechische bronnen zijn te heet om nog schadelijke bacteriën te kunnen bevatten, zegt ze.
Nooit weggegaan
Op een bank langs de lange winkelstraat -granat: de Tsjechische edelsteen, kristal, de beroemde wafers: zoete dunne wafels uit Karlovy, veel zilver en goud- treffen we Jaromilla Strukova (59), een dame die in 1958 neerstreek in Mariánské Lázne om er economie te studeren. Ze ging er nooit meer weg. Volgens haar is het de overdadige natuur die de stad voorzag van de kwalificatie ”de mooiste”.
Marienbad -10.000 vaste kuurplaatsen op 50.000 inwoners- trok na 1989 eerst vooral Tsjechen, maar al snel voegden zich daar veel Arabieren bij. De reden daarvan zouden de badhuizen moeten zijn die mensen met huidproblemen behandelen, maar helemaal zeker weet ze dat niet. Zeker is wél dat de Russen Mariánské Lázne „nog niet hebben ontdekt en dat willen we graag zo houden.” Van de gasten die jaarlijks Marienbad bezoeken komt eenderde deel uit Tsjechië zelf, het merendeel is van elders. „Onder andere uit jullie land. Ook dat willen we graag zo houden.”