Het Openbaar Ministerie vindt de zaak juridisch en feitelijk zo complex en de gevolgen voor het slachtoffer zo groot, dat de rechter de zaak moet toetsen.

Het schietincident gebeurde in augustus 2012 op de Eendrachtsweg tijdens een alcoholcontrole. De politieman en een collega lieten een automobilist blazen. De man bleek te veel te hebben gedronken. Op het moment dat de agent hem wilde aanhouden, reed de bestuurder eerst achteruit en daarna vooruit.

De politieman dacht dat zijn collega, die met haar fiets voor de auto stond, daardoor in gevaar kwam en schoot op de automobilist. De agente kon net op tijd wegspringen, maar dat had haar schietende collega niet gezien. Die rende met de wegrijdende auto mee en schoot nog twee keer op de bestuurder. De auto kwam om de hoek op de Westblaak tegen een geparkeerde auto tot stilstand. De verdachte was al door het eerste schot geraakt en kon zijn benen niet meer bewegen.

Volgens de officier van justitie was er sprake van een zogenoemd putatief noodweer; de politieman schoot omdat hij dacht dat zijn collega in gevaar was maar vanaf de plek waar hij stond kon hij niet zien dat zijn collega weg kon komen. Formeel wordt de agent verdacht van poging tot doodslag, maar volgens het OM zal de officier tijdens de behandeling ontslag van rechtsvervolging vragen.

Tegen de automobilist liep een onderzoek voor onder meer poging tot doodslag en bedreiging van de politievrouw. Voor de poging doodslag is geen bewijs gevonden. De zaak van de bedreiging wordt geseponeerd vanwege de ernstige gevolgen van het incident voor de betrokkene. De man is dinsdag ingelicht over de rechtszaak tegen de agent. Wanneer deze dient, is nog niet bekend.