Aardgasbaten vragen om beter beheer overheid
Nederland moet anders omgaan met zijn aardgasbaten, stelt dr. C. P. Polderman.
Het aardgasveld van Slochteren heeft de Nederlandse schatkist in de loop van de tijd ruim 200 miljard euro opgeleverd. Vijfentwintig procent hiervan is uitgegeven aan sociale zekerheid, 20 procent aan openbaar bestuur en veiligheid, 15 procent aan infrastructuur, 10 procent ging naar onderwijs en 10 procent naar zorg. De rest is opgegaan aan allerlei stimuleringssubsidies, windenergieprojecten, defensieprojecten, bedrijven, internationale samenwerking en de afbetaling van rente op staatsschuld. Nederland zou er zonder gasopbrengsten kortom anders hebben uitgezien.
Op dit moment is zo’n 70 procent van onze gasbel geëxploiteerd. Volgens de jongste berekeningen is de put bij gelijkblijvend gasverbruik over 25 jaar leeg. Dat betekent dat er nog voor zo’n 65 miljard euro in Groningen in de grond zit. Moeten we dit geld de komende jaren op dezelfde manier blijven besteden?
Sinds 1995 werd 40 procent van de opbrengsten geoormerkt voor economische structuurversterking. Die versterking werd echter zeer ongelijk verdeeld over het land: het westen kreeg 88 procent, het zuiden 9, het oosten 2 en het noorden slechts 1 procent. Hierop is al veel kritiek geuit, vooral door de Groningers, maar volgens de ministers van Economische Zaken en Financiën zaten de knelpunten die om structuurversterking vroegen nu eenmaal in het westen. Daar konden de Groningers het mee doen.
Van veel van de investeringen is achteraf gebleken dat het weggegooid geld was. Het geoormerkte geld ging naar goede dingen zoals onderwijs en innovatie maar ook naar niet-rendabele prestigeprojecten zoals de hogesnelheidslijn en de Betuwelijn. Alle aardgasbaten vloeien mede hierom vanaf 2006 weer rechtstreeks in de schatkist en worden nu gebruikt voor het dichten van het financieringstekort.
In Noorwegen hebben ze het anders aangepakt. Daar gaan de olieopbrengsten (meer dan het dubbele van de aardgasopbrengsten hier) niet naar de schatkist maar naar een nationaal fonds (spaarpot) waar op dit moment omgerekend ruim 500 miljard euro in zit. De Noorse staat belegt het geld gespreid in buitenlandse aandelen en obligaties en de opbrengsten daarvan (4 procent, 20 miljard euro) gaan naar de schatkist.
Het verschil is duidelijk. Nederland heeft zijn aardgasopbrengsten helemaal uitgegeven en er nuttige en leuke dingen mee gedaan. De Noren ontvangen jaarlijks een mooi bedrag uit de beleggingen en kunnen voor in de toekomst nog meer verwachten. Ze hebben door dit beheer heel wat achter de hand en zijn omgerekend in kronen allemaal miljonair.
Het lijkt me dat we hier in Nederland op dezelfde manier met ons restant aan aardgasopbrengsten moeten omgaan. Het rentmeesterschap van de Noren spreekt me meer aan dan de wijze waarop wij in Nederland met de opbrengst van onze tijdelijke bodemschatten omgaan. Degenen die hieraan twijfelen raad ik aan Mattheüs 25 er nog eens op na te lezen.
De auteur is econoom en historicus.