Fractievoorzitters SGP en CU blikken terug op collegeperiode 2010-2014
Wat is de meerwaarde van christelijke partijen voor de gemeentepolitiek? Deze krant vroeg aan fractievoorzitters van SGP en ChristenUnie die in een college zitten wat ze de afgelopen coalitieperiode hebben bereikt.
Nederland telt 403 gemeenten. In 56 gemeenten zit de CU in het college. De SGP is in 33 coalities vertegenwoordigd, terwijl in 20 gemeenten een gemengde SGP/CU-fractie in het college zit. Deze krant kreeg negentien ingevulde vragenlijsten terug van de SGP, zeventien van de CU en negen van de SGP/CU. In de gestelde vragen werd onderscheid aangebracht tussen ”praktische punten” (zaken als het aanleggen van een rotonde, woningbouw, WMO-beleid enzovoorts) en ”principiële punten” (koopzondag, leerlingenvervoer, coffeeshops, subsidies voor sport en cultuur enzovoorts).
Praktische punten
Het gaat ons niet zozeer om het binnenhalen van punten, zegt fractievoorzitter Van den Brink van de SGP Putten op de vraag welke praktische items uit het SGP-verkiezingsprogramma daadwerkelijk zijn omgezet in beleid. In de politiek overheerst de tendens dat er gescoord moet worden, vindt hij. „Zeker christelijke partijen zouden er niet in de eerste plaats op uit moeten zijn ‘hun’ puntje te scoren. Het gaat vooral om een goede bijdrage aan het openbaar bestuur.”
Niettemin realiseren ook christelijke partijen graag hun politieke agenda. Diverse fractievoorzitters komen met een scala aan zaken uit hun verkiezingsprogramma die zijn omgezet in klinkende munt. De successen zijn divers. Variëren van het ontwikkelen van een centrum voor jeugd en gezin (onder meer CU Assen), uitbreiding begraafplaatsen (onder meer SGP/CU Vlist) tot de aanstelling van een stadsmarinier (SGP Capelle aan den IJssel).
Soms is het niet zozeer onwil van coalitiepartners dat iets niet wordt gerealiseerd, maar verhinderen externe factoren dat iets tot stand wordt gebracht. Zo had de SGP in Nunspeet graag meer inbreidingsplannen voor woningbouw gerealiseerd, maar gooide provinciale regelgeving roet in het eten. En dat in Krimpen aan den IJssel de ontwikkeling van hondenpoepbeleid niet van de grond is gekomen en er geen buitengewone opsporingsambtenaren zijn aangesteld, komt vooral door geldgebrek.
Iedere gemeente heeft zijn eigen problematiek. Dat maakt het lastig om te bepalen wat typisch CU is en wat typisch SGP. In elk geval lijkt gezond financieel beleid een gemeenschappelijke deler. In meerdere gemeenten vindt zowel CU als SGP dat de financiën op orde moeten blijven zonder extra lastenverzwaring voor de burger. Als voorbeeld schrijven diverse fracties dat in hun gemeente de onroerendezaakbelasting is verlaagd.
Het gezond houden van de financiën betekent soms dat er moet worden bezuinigd. Op de punten waarop vervolgens bezuinigd moet worden gaan de wegen van CU en SGP uiteen. De SGP in Rijssen-Holten claimt „bezuinigen over de hele breedte van het pakket, dus ook op sport”, als voornaamste winstpunt van collegedeelname. In Lingewaal heeft de CU juist ingezet op het investeren in kunstgrasvoetbalvelden en de komst van een ijsbaangebouw. Ook CU Alphen aan den Rijn („alle punten van het masterplan sport zijn ingevuld”) probeert sport eerder te stimuleren dan erop te bezuinigen. De SGP in Reimerswaal constateert teleurgesteld dat op dit terrein geen stappen zijn gezet. „Bezuiniging (of meer inkomsten) op cultuur of sport lukt moeizaam vanwege onvoldoende draagvlak in de raad.”
Doorgaans treffen bezuinigingen de laagste inkomens het hardst. Vooral de CU werpt zich op als hoeder van ”sociale minima”. De CU in Amstelveen noemt het beschermen van minima het belangrijkste gerealiseerde speerpunt. Ook in Hardinxveld-Giessendam stond „bij alle bezuinigingen zorgen dat de kwetsbaren worden ontzien” hoog op de prioriteitenlijst van de CU. Van alle achttien SGP-fracties is de SGP in Kapelle de enige die zorg voor minima nadrukkelijk noemt als belangrijk politiek succes. „Ook is de wens vervuld om het sociale beleid zo sociaal mogelijk te houden. (…) Onze wethouder had daar gelukkig brede steun voor.” Helemaal verrassend is de uitkomst niet dat de CU zich onderscheidt op het gebied van zorg voor de kwetsbare naaste. Niet voor niets profileert deze partij zich als ”christelijk-sociaal”.
Ook ”duurzaamheid” is voor de CU een aangelegen thema. Het wordt door acht van de zeventien CU-fracties genoemd. „We hebben aandacht gevraagd voor duurzaamheidsaspecten en gerealiseerd dat duurzaam bouwen structureel aandacht krijgt”, schrijft bijvoorbeeld de CU in Steenwijk. Toch gaan de maatregelen wat de partij betreft nog niet ver genoeg. „In het kader van zorg voor de schepping hadden we graag gezien dat er een aantal windmolens in Steenwijkerland zou komen.” Van de SGP-afdelingen is Hardinxveld-Giessendam de enige die duurzaamheid noemt in de enquête. Toch wil het allerminst zeggen dat duurzaamheid staatkundig gereformeerden niet bezighoudt. De meeste SGP-verkiezingsprogramma’s bevatten wel een paragraaf over natuur en milieu.
Principiële punten
„Ethische thema’s worden in Den Haag geregeld”, meent de CU-fractie Neder-Betuwe. De partij geeft aan dat er „geen echt principiële punten” spelen in de gemeente. In Neder-Betuwe is dat ongetwijfeld zo. De partijen SGP (zeven), CDA (twee) en CU (één) hebben samen tien van de negentien zetels. De meeste gemeenten hebben echter geen confessionele meerderheid, zodat van tijd tot tijd wel degelijk principiële thema’s op de agenda komen. Vooral de zondagsrust is een item waar de christelijke partijen zich sterk voor maken. Afhankelijk van de coalitiepartners proberen CU en SGP in te zetten op nul koopzondagen. In gemeenten waar al koopzondagen zijn, proberen beide partijen de gangbare praktijk –meestal twaalf koopzondagen– te handhaven of, zoals ze het zelf bij voorkeur zeggen, „niet verder te verslechteren.” Slechts bij hoge uitzondering slagen SGP en CU erin het aantal koopzondagen in te dammen. In Bodegraven (VVD, Burgerbelangen Bodegraven-Reeuwijk, SGP en CU) werden de koopzondagen van twaalf teruggebracht naar acht. In Lansingerland (Leefbaar 3B, VVD, PvdA en CU) werd de zondagsopenstelling van drie C1000-supermarkten teruggedraaid.
Ook met verlenen van vergunningen en subsidies voor evenementen en sportwedstrijden proberen CU en SGP de zondagsrust te waarborgen. In Renswoude stemde de SGP bijvoorbeeld in met de modernisering van voetbalvelden, maar stelde als voorwaarde dat zowel sportveld, sporthal als kantine op zondag gesloten zijn. In gemeenten waar koopzondagen een gepasseerd station zijn, proberen SGP en CU kaders te stellen. De SGP in Schouwen-Duiveland schrijft dat „de burgemeester goed in de gaten houdt dat kerkdiensten niet worden gehinderd door andere activiteiten.” De CU in Amstelveen heeft, hoewel ze slechts 1 zetel heeft in de raad, bedongen dat de 52 koopzondagen „pas om 12.00 uur beginnen, zodat er op zondagmorgen een ongestoorde kerkgang kan plaatsvinden.”
In enkele gemeenten heeft bid- en dankdag nog het karakter van de zondag. Naast dat het werk van bijvoorbeeld de boeren grotendeels stilligt, houdt ook de overheid hier rekening mee en is het gemeentehuis dicht. In deze raadsperiode kwam hier echter in twee gemeenten een eind aan. In Staphorst werd in 2010 besloten om de vrije bid- en dankdagen gefaseerd af te schaffen. Ook in Tholen is sinds deze raadsperiode het gemeentehuis open.
De SGP in Oud-Beijerland en SGP/CU in Hendrik-Ido-Ambacht hebben in het collegeakkoord laten vastleggen dat er plaats moet zijn voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Geen overbodige luxe, want in Steenwijkerland had de CU dit niet geregeld en werd deze coalitieperiode een motie ingediend en aangenomen waarin het voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren verboden werd om huwelijken te sluiten.
In sommige gemeenten ligt het subsidiëren van godsdienstige organisaties, zoals bijvoorbeeld Youth for Christ, onder vuur. Er zijn seculiere partijen die dergelijke financiële tegemoetkomingen strijdig vinden met het beginsel van de scheiding van kerk en staat. In veel gemeenten waar CU en SGP in het college zitten, spelen dergelijke kwesties niet. De SGP Nunspeet is de enige die vermeldt dat het verstrekken van een bijdrage aan protestants-christelijk ouderen- en jongerenwerk –naast de algemene evenknie– een aangelegen punt voor ze is. In Katwijk is subsidie aan christelijk jeugdwerk al sinds jaar en dag gebruikelijk. Niettemin kwam dit in 2011 onder vuur te liggen. Tot groot ongenoegen van SGP-fractievoorzitter Van Duijn, die zich zelfs liet ontvallen dat met zo’n CDA en CU GroenLinks en D66 niet meer nodig zijn. De SGP’er vond het met name merkwaardig dat zogenaamd neutraal jeugdwerk niet gekort zou worden. Uiteindelijk besloot het college te snijden in álle vormen van jeugdwerk. In Vianen bleef mede door de inbreng van de SGP de subsidie voor godsdienstonderwijs op de openbare scholen gehandhaafd.
Tholen is de enige gemeente met SGP en CU in het college waar de afgelopen raadsperiode het ambtsgebed op de agenda kwam. Een voorstel van Algemeen Belang Tholen om het af te schaffen, haalde het niet. Diverse fractievoorzitters laten doorschemeren dat ze blij zijn dat in hun gemeente het bidden voor de raadsvergadering nog steeds gebruikelijk is. De SGP/CU Borsele had graag gezien dat het sinds 1996 afgeschafte ambtsgebed weer was geherintroduceerd. De fractie probeerde eveneens tevergeefs dat ouders de maximale bijdrage zouden ontvangen voor leerlingenvervoer.
Slechts weinig fractievoorzitters geven aan dat door hun inbreng zaken als het ambtsgebed, het financieren van leerlingenvervoer en het subsidiëren van godsdienstige organisaties in stand zijn gebleven. Mogelijk zien zij het als vanzelfsprekend dat hieraan in hun gemeente niet wordt getornd. Datzelfde geldt voor het gegeven dat weinig fractieleiders zeggen dat ze de komst van een bordeel, coffeeshop of gokhal hebben tegengehouden.
Het lijkt er soms op dat van de aanwezigheid van christelijke partijen een soort ‘preventieve werking’ uitgaat, vooral in gemeenten waar confessionele partijen relatief veel stemmen hebben. Zo noemt de CU in Hardinxveld-Giessendam dat de aanvrager van de kermis er al bij voorbaat van uitgaat dat hij voor de zondag geen vergunning krijgt en dat zelfs niet eens probeert. Dat dat op andere terreinen ook zo werkt, is geen onlogische gedachte.
Die preventieve werking blijkt ook uit het feit dat diverse fracties schrijven dat collega’s van andere partijen rekening houden met hun gevoeligheden en zaken niet onnodig op de spits drijven. Zo kan het zijn dat landelijke tegenstellingen tussen partijen op gemeentelijk niveau nauwelijks een rol spelen. „Onze beste samenwerkingspartners zijn de SP en D66”, aldus de SGP/CU-fractie Vlaardingen.
SGP/CU Veere: Gezonde sport stimuleren
De vierkoppige SGP/CU-fractie in de gemeente Veere verloor in 2010 een zetel. Ook verdampte in de raad de confessionele meerderheid. Toch bleef er veel hetzelfde. Zo bleef het college SGP/CU, CDA en PvdA/GroenLinks in het zadel. De SGP/CU bedong als grootste partij dat het bestaande beleid rondom koopzondagen ongewijzigd bleef. Ook een terughoudend evenementenbeleid kan op het conto van de SGP/CU worden geschreven. Het handelsmerk van beide partijen, erkent wethouder Melse.
De verminderde machtspositie van SGP/CU en CDA is merkbaar aan kleine dingen. Zo kreeg een oproep van SGP/CU om te protesteren tegen het voorgenomen verbod op godslastering alleen steun van het CDA. Dit was in de vorige raadsperiode misschien anders gelopen, geeft Melse toe. „Aan de andere kant: wij hechten, bijvoorbeeld, erg aan het ambtsgebed. Daarin belijden wij onze afhankelijkheid van de Schepper. Dit wordt ons gegund. Andersom houden wij ook rekening met andere partijen. Wij gaan ermee akkoord dat winkels in kustplaatsen van onze gemeente alle zondagen open mogen, hoewel wij daar principieel op tegen zijn. Voor ons is dat wel een worsteling.”
De partij maakte zich in het verkiezingsprogramma sterk voor diverse bouwplannen. Diverse nieuwbouwplannen worden inmiddels uitgevoerd. De partij betreurt het dat plannen voor een golfbaan in Domburg níét zijn gerealiseerd. Dat is opvallend, gezien het feit dat diverse SGP-fracties principieel moeite hebben met sportsubsidie. Melse: „Beweging is goed voor lijf en leden. Daarnaast is met name de jeugd gebaat bij sporten in teamverband. Florerende verenigingen houden jongeren van de straat. Het stimuleren van een gezonde sportbeoefening vinden wij een belangrijke gemeentelijke taak.”
„Assenaren associëren CU met kazerne”
CU-leider Slob zorgde er vorig jaar tijdens begrotingsonderhandelingen met het kabinet voor dat de Johan Willem Frisokazerne in Assen openblijft. Slob heeft 1500 banen behouden voor de regio, zegt fractievoorzitter Vlieg van de CU in Assen. „Essentieel, want er is weinig werkgelegenheid in het noorden.”
Inwoners van Assen associëren de CU –die met PvdA, VVD en D66 het college vormt– sterk met de kazerne, weet Vlieg. Voor haar partij is het creëren van banen, vooral voor laaggeschoolde mensen, een speerpunt. De inspanningen van de CU hebben geleid tot een werkpunt, waarmee gemeente en sociale dienst mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer proberen klaar te stomen voor de arbeidsmarkt.
Het zogenaamde ‘meedoenbeleid’ is eveneens gericht op kwetsbaren. Vlieg: „Ouders die een inkomen hebben van minder dan 110 procent van de bijstandsnorm, kunnen een tegoed krijgen waarmee ze in een webshop, bijvoorbeeld, een fiets kunnen aanschaffen of het lidmaatschap kunnen betalen van een sportvereniging. Ook bijstandskinderen moeten mee kunnen doen.”
De CU zette tevens mensenhandel op de politieke agenda. Hoewel Assen geen bordeel heeft, is er volgens Vlieg in de regio veel illegale prostitutie in hotels en vakantieparken, waarbij mensen worden uitgebuit. Ambtenaren van de gemeente worden daarom getraind in het herkennen van signalen.
Ook op het gebied van duurzaamheid kreeg de partij het nodige voor elkaar. Zo is er een duurzaamheidsfonds in het leven geroepen, waaruit subsidies voor onder meer zonnepanelen worden betaald. En er komt een Milieu Educatief Centrum. Vlieg: „Het is belangrijk dat jongeren al vroeg leren hoe ze zuinig met de aarde kunnen omgaan.”