Commentaar: Schooluitval daalt, maar vraagt doorgaande actie
Steeds minder jongeren verlaten de school zonder diploma. Dat is goed nieuws, maar geen reden om te juichen. Vorig jaar waren er nog altijd zo’n 28.000 vroegtijdige schoolverlaters. Dat zijn er 28.000 te veel. Hun toekomstperspectief is vaak somber. Zonder diploma beginnen ze weinig in de samenleving.
Schooluitval speelt vooral in het middelbaar beroepsonderwijs bij leerlingen die de laagste opleidingen, op de niveaus 1 en 2, volgen. Het kabinet heeft enkele jaren geleden de terugdringing van het aantal drop-outs tot speerpunt verheven. Het doel is om in 2016 maximaal 25.000 vroegtijdige schoolverlaters te hebben.
Die ambitie lijkt gehaald te worden als de huidige trend zich voortzet. Het aantal vroegtijdige schoolverlaters is al meer dan gehalveerd ten opzichte van tien jaar geleden. Vorig jaar waren er 8300 minder dan het jaar daarvoor, blijkt uit gisteren gepubliceerde cijfers van het ministerie van Onderwijs. Dit jaar weer zo’n succes en we zitten eind 2014 rond de 20.000 drop-outs. Dan is de doelstelling van 2016 al ruimschoots gehaald. Dat is echter geen reden om te stoppen met acties tegen schooluitval, maar juist door te gaan.
Het terugdringen van het aantal drop-outs heeft terecht een hoge prioriteit. Jongeren die zonder diploma de school verlaten, hebben niet alleen weinig kans op een baan, ze belanden ook niet zelden op het verkeerde pad. Ze komen vaker dan leeftijdsgenoten die wel hun schoolopleiding afmaken, in aanraking met de politie. Het zijn ook in dit opzicht risicojongeren.
De redenen waarom jongeren er de brui aan geven op school, zijn verschillend. Persoonlijke problemen, een gebroken gezinssituatie, verkeerde vrienden, teleurgesteld in de opleiding, niet weten wat je wilt, een hekel aan school, te lui om te leren: het komt allemaal voor. De aanpak ervan kost veel energie.
Een deel van de jongeren is gebaat bij positieve aandacht en een oplossing van hun problemen, zodat ze weer gemotiveerd naar school gaan. Bij anderen is een strakke aanpak nodig, die begint bij streng optreden tegen ongeoorloofd verzuim. Veel leerlingen die te vroeg de schooldeur achter zich dichttrekken, zijn notoire spijbelaars. Terecht dat docenten en leerplichtambtenaren erbovenop zitten om deze jongeren bij de les te houden.
Vanaf volgend jaar kunnen mbo-scholen extra geld krijgen als ze serieus werken aan een aantal concrete doelen. Een ervan is de aanpak van schooluitval. Die financiële prikkel leidt hopelijk tot nog meer acties. Rotterdam geeft het goede voorbeeld met het zogeheten zomeroffensief. Jongeren die zich niet hebben ingeschreven voor een opleiding krijgen voordat het nieuwe cursusjaar begint bezoek. Zo’n initiatief verdient navolging.
Vroegtijdige schoolverlating is een serieus probleem dat terecht veel aandacht krijgt. Toch blijkt uit onderzoek dat een op de vijf jongeren met niemand heeft gesproken over zijn of haar beslissing om met school te kappen. Dat is opvallend. Kennelijk kunnen leerlingen ondanks alle aandacht toch geruisloos verdwijnen. Een reden temeer om te blijven knokken voor het grote doel: elke jongere is een diploma waard.