Premier Irak vraagt steun wereld tegen geweld
BAGDAD (ANP/RTR). De Iraakse premier Nuri al-Maliki heeft hulp gevraagd van de internationale gemeenschap om het sterk toegenomen geweld te kunnen beteugelen. Op de televisie zei Maliki woensdag dat militanten proberen een „kwaadaardige staat” te stichten in Irak die rampzalig kan zijn voor de veiligheid in de regio en in de wereld.
Het geweld in Irak eiste woensdag opnieuw tientallen levens. Door bomaanslagen en schietpartijen in onder meer de hoofdstad Bagdad en een dorp bij Baquba zijn zeker 75 mensen omgekomen.
De dodelijkste aanslag was in een tent in het dorp Shatub bij Baquba. Mensen rouwden daar om de dood van een lid van een militie die de regering steunde. Zeker 18 mensen kwamen om door de bomaanslag en 16 mensen raakten gewond. In Bagdad gingen zeker zeven bommen af in sjiitische districten. Daardoor kwamen tientallen mensen om.
Niet alleen Maliki is zeer bezorgd. Ook de leiders in de autonome Koerdische regio in het noorden van Irak vrezen de opmars van de militanten. „Dit is een ramp. Terroristen bedreigen nu het hele land. We moeten een gezamenlijk front vormen”, liet de stafchef van de Koerdische president Massoud Barzani weten.
Het geweld in Irak is de afgelopen weken verder toegenomen. Onder leiding van de terreurgroep Islamitische Staat van Irak en de Levant (ISIL) hebben soennitische militanten twee weken geleden de controle overgenomen van de stad Falluja. Het Iraakse leger heeft de stad omsingeld, maar grijpt niet in. Maliki wil dat de soennitische inwoners van de stad zelf afrekenen met de extremisten.
Woensdag nog verdreven leden van ISIL burgerwachten bij wegversperringen in de provincie Diyala. De soennitische militanten riepen leuzen tegen de sjiitische meerderheid.
Dinsdag kwamen ook al zeker 24 mensen om het leven. Het bleef ook toen niet bij alleen aanslagen. Militanten voerden grote, gecoördineerde aanvallen uit bij Falluja. Ze vernietigden een brug en twee legertanks. In Saqlawiya namen de militanten een politiebureau in.