Veruit de meeste vliegtuigen die Airbus afleverde (493), kwamen uit de A320-reeks, bedoeld voor korte tot middellange afstanden. Verder werden 108 A330’s afgeleverd en 25 exemplaren van de A380, het grootste passagierstoestel ter wereld.

De orders die luchtvaartmaatschappijen vorig jaar bij Airbus plaatsten, vertegenwoordigen op basis van catalogusprijzen een waarde van in totaal ruim 240 miljard dollar. In het orderboek staan nu 5559 toestellen met een totale waarde van 809 miljard dollar, goed voor zeker 8 jaar werk.

Airbus meldde verder dat testvluchten met de A350, een nieuw vliegtuig voor lange afstanden, tot dusver goed verlopen. Het bedrijf verwacht de benodigde goedkeuringen in het derde kwartaal binnen te krijgen, zodat het eerste toestel in het vierde kwartaal in gebruik kan worden genomen.

Concurrent Boeing maakte vorige week al bekend dat zijn productie het afgelopen jaar is uitgekomen op een recordaantal van 648 toestellen. De Amerikaanse fabrikant kreeg wel wat minder orders dan Airbus, in totaal 1531 stuks. Ook dat was het grootste aantal ooit.

Het is voor het eerst dat de twee grootste vliegtuigbouwers in een jaar tijd samen meer dan 3000 opdrachten binnenhalen. Ondanks de moeilijke economische tijden investeren luchtvaartmaatschappijen in verband met de hoge kerosineprijs veel geld in vlootvernieuwing. Met zuinigere vliegtuigen hopen zij hun brandstofverbruik terug te dringen.